Promotie: PTSS en sociaal functioneren

Peter Janssen van Psychotraumacentrum Zuid Nederland (Reinier van Arkel) is gepromoveerd op onderzoek naar de relatie tussen PTSS bij getraumatiseerden en sociaal functioneren, inclusief de rol van sociale cognitie en emotieregulatie. De bevindingen benadrukken de belangrijke rol van sociale cognitie en emotieregulatie in sociaal functioneren bij PTSS en onderstrepen het belang van het verbreden van therapie voor PTSS door de inclusie van diagnostiek en behandeling van sociaal functioneren.

Ongeveer 8% van de mensen ontwikkelt na traumatische ervaringen zoals geweld of misbruik een posttraumatische stressstoornis (PTSS), gekenmerkt door herbelevingen, vermijding, negatieve stemming en verhoogde prikkelbaarheid, wat ook het sociale functioneren, zoals gezinsrelaties, negatief kan beïnvloeden. PTSS-symptomen kunnen belangrijke sociale vaardigheden ondermijnen, zoals sociale cognitie (het begrijpen van sociale situaties) en emotieregulatie (passend emotioneel reageren). Inzicht in deze processen is essentieel voor het begrijpen van sociale problemen bij getraumatiseerde individuen en voor de ontwikkeling van interventies.

Dit proefschrift onderzocht de relatie tussen PTSS, sociale cognitie en emotieregulatie (studie 1 t/m 3), en het effect van door behandeling geïnduceerde veranderingen in deze processen op sociaal functioneren (studie 4). Resultaten tonen een tekort aan sociaal cognitief functioneren bij getraumatiseerde individuen, vooral op het gebied van mentaliseren, oftewel het begrijpen van de gedachten en emoties van jezelf en anderen. Getraumatiseerden met PTSS presteerden slechter dan niet-klinische controles op een taak die het vermogen meet om flexibel afstand te nemen van het eigen perspectief, wat essentieel is voor mentaliseren. Daarnaast bleek emotieregulatie onderliggend/mediërend te zijn in de relatie tussen PTSS en verslechterd gezinsfunctioneren.

Bevindingen lieten geen effect van behandeling op sociale cognitie en emotieregulatie zien, maar het is mogelijk dat dergelijke effecten pas bij langer durend onderzoek zichtbaar worden, aangezien deze processen waarschijnlijk tijd nodig hebben om te veranderen. De bevindingen benadrukken de belangrijke rol van sociale cognitie en emotieregulatie in sociaal functioneren bij PTSS en onderstrepen het belang van het verbreden van therapie voor PTSS door de inclusie van diagnostiek en behandeling van sociaal functioneren.

Back to top