MoCA screening geschikt bij eerste psychose?

Ingrid van der Heijden, gz-psycholoog in opleiding tot klinisch neuropsycholoog heeft bij Vroege Interventie Buitengewone Ervaringen (VIBE) van GGzE onderzoek gedaan naar de voorspellende waarde van de MoCA als screeningsinstrument voor cognitieve problemen bij mensen met een eerste psychose.

Cognitieve klachten of problemen hebben effect op het dagelijks leven, op de behandeling en op het herstel van een cliënt met een eerste psychose. Daarom is het voor behandelaren belangrijk om aandacht te hebben voor eventuele cognitieve problemen. Screening kan hierbij een belangrijke rol spelen. De voorspellende waarde van een cognitieve screeningstool (MoCA) op de uitkomsten van neuropsychologisch onderzoek is onderzocht op basis van neuropsychologisch testresultaten bij cliënten van VIBE.

Ingrid: “Over het algemeen wordt verminderd cognitief functioneren bij een eerste psychose gekenmerkt door testresultaten op verschillende cognitieve domeinen die gemiddeld één standaarddeviatie of meer onder het populatiegemiddelde liggen.

Als je op veel gebieden suboptimaal functioneert kun je er in het dagelijkse leven veel last van hebben. Voor een behandelaar is dit belangrijk om te weten en daar de behandeling op af te stemmen.

MoCA is oorspronkelijk ontwikkeld voor een oudere doelgroep maar wordt inmiddels in verschillende doelgroepen gebruikt. Hoe goed is MoCA in het voorspellen van cognitieve problemen bij jongere doelgroepen zoals bij mensen met een eerste psychose? Dat is onderzocht in een exploratieve studie die gericht is op het vergroten van inzicht op het gebied van neuropsychologische screening en onderzoek bij cliënten met een eerste psychose.

Hieruit kunnen we concluderen dat MoCA vooral een goede voorspeller is voor suboptimaal cognitief functioneren.”

Ook heeft Ingrid onderzocht of leeftijd, geslacht en opleidingsniveau van invloed is op de voorspellende waarde van de MoCA. Hoewel enkele trends zichtbaar zijn, was de steekproef te klein om daar definitieve conclusies uit te trekken. Hiervoor is een groter onderzoek nodig. Ingrid heeft een artikel geschreven dat binnenkort voor publicatie wordt aangeboden.

Meer informatie: Ingrid van der Heijden, klinisch neuropsycholoog in opleiding, GGzE, uitvoerend onderzoeker

Back to top