Een dubbelinterview met Ellen Mogendorff en Dineke Moerman
In dit diepte-interview een kijkje achter de schermen van een wisseling van de wacht bij de Stichting Topklinische GGz (TOPGGz). Ellen Mogendorff, voormalig TOPGGz-directeur, en haar opvolger Dineke Moerman reflecteren op het verleden, bespreken de uitdagingen van vandaag en delen hun visies en ambities voor de toekomst van TOPGGz. Een overdracht die niet alleen een moment van afscheid, maar ook een nieuw begin markeert.
In 2007 begon Ellen Mogendorff als eerste directeur van de Stichting Topklinische GGz, samen met voorzitter Kim Putters en bureaumanager Marina Laureau. Bij de start hadden de ‘founding fathers’ (bestuurders van Altrecht, Lentis en Parnassia Groep) voor ogen om met behulp van een keurmerk voor patiënten en naasten in kaart te brengen waar zij terecht konden voor topklinische ggz.
“Topklinische ggz is een combinatie van hoogspecialistische patiëntenzorg in combinatie met wetenschappelijk, patiëntgebonden onderzoek, innovatie en kennisverspreiding naar vakgenoten. Dit hebben we vertaald in de veertien strenge criteria voor het TOPGGz-keurmerk. Het zou een netwerk op moeten leveren van afdelingen met een keurmerk TOPGGz, waar patiënten terecht konden voor diagnostiek of een (innovatieve) behandeling wanneer alles al was geprobeerd en er nog steeds (veel en vaak ernstige) klachten waren. Een last resort dus. Het idee was dat een keurmerk een garantie zou zijn, zodat je weet: als ik naar die afdeling ga, kan ik erop vertrouwen dat men daar het meest gespecialiseerd is in wat ik heb en ze me daar het beste kunnen helpen”, blikt Ellen terug op de begintijd van de stichting.
Het oorspronkelijke idee was ontleend aan de keurmerktoekenning van de topklinische ziekenhuizen, maar al snel kwamen Ellen en het bestuur tot de conclusie dat het beter bij het doel en bij de ggz paste om keurmerken toe te kennen aan specifieke afdelingen die zich richten op een bepaalde doelgroep, dan om te kijken naar een hele ggz-instelling. Want, zo was de gedachte, ggz-instellingen hebben veelal een divers zorgaanbod en voor de beoordeling van de kwaliteit en voor de vindbaarheid van topklinische ggz was het beter om een specifieker keurmerk te introduceren.
“We zijn ons dus gaan richten op specifieke afdelingen binnen ggz-instellingen, waarbij het ook kan gaan om een zorgprogramma, een zorglijn, een cluster, een onderdeel van een team of iets vergelijkbaars. Om een keurmerk te ontwikkelen heb je criteria en een beoordelingsproces nodig. Dit hebben we als bureau samen met de eerste voorzitter van de visitatiecommissie prof. dr. Willem van Tilburg en inhoudelijke vertegenwoordigers (behandelaren en onderzoekers) uit de sector ontwikkeld vanuit de inhoud, vanuit het principe ‘wat heeft de patiënt hieraan?’ Dat was het begin van TOPGGz.”
Ellen Mogendorff
Nieuwe kapitein op het schip
Na zeventien prachtige jaren bij TOPGGz, ging Ellen in het voorjaar van 2024 met vervroegd pensioen. In Dineke Moerman werd haar opvolger gevonden. Als nieuwe directeur heeft zij natuurlijk zo haar eigen visie op en ambities met TOPGGz.
“Het behoud van een hoogstaand keurmerk en een streng doch rechtvaardig certificeringsproces waaraan het mooie werk van huidige en toekomstige TOPGGz-deelnemers getoetst wordt, zal een belangrijke kerntaak blijven. Daarnaast zal het motto ‘noblesse oblige’ een belangrijke worden in de komende jaren. Met een groot en groeiend aantal TOPGGz-deelnemers heeft het collectief een steeds grotere bijdrage aan de ggz en de maatschappij. Het vormen van expertisegebiedgerichte topreferente netwerken, die ook voor anderen zichtbaar, herkenbaar en benaderbaar zijn, de kruisbestuiving onderling én in verbinding met regionale ggz-netwerken, zijn belangrijke nieuwe ontwikkelingen waarvoor ik me graag inzet. Dat alles heeft meerwaarde voor innovatie, kennisdeling en versterking van passende zorg in de sector, wat de patiënt en de maatschappij ten goede komt”, geeft Dineke aan.
Rozengeur en donderwolken
Dineke ziet niet alleen een belangrijke kans in de betekenis die TOPGGz kan hebben voor de rest van de ggz en de maatschappij, maar bovenal voor patiënten met de meest complexe problematiek. Een aantal bedreigingen ziet zij echter ook.
“Een bedreiging zit helaas toch in de randvoorwaarden. Niet alle topklinische taken, zoals innovatie en kennisverspreiding, worden al adequaat bekostigd. Daarnaast ontbreken nog de middelen om professionele topreferente netwerken, als onderdeel van het ggz-landschap, in te richten en in stand te houden. Verder is er op dit moment nog geen goede infrastructuur en bekostiging voor consultatie. Dat is jammer, want zo’n bekostiging zal zowel de consultatiegever als de consultatievrager aanmoedigen om eerder en vaker een expert te raadplegen en dat kan een groot en gunstig effect hebben op de behandeling.”
TOPGGz in het zorglandschap
De dames delen een visie waar het gaat om de rol van topklinische ggz in het zorglandschap.
“TOPGGz-afdelingen bieden een nieuw perspectief op herstel aan patiënten met ernstige, complexe en/of zeldzame psychiatrische aandoeningen met vaak veel comorbiditeit. Dit doen zij door diagnostiek en (innovatieve) behandelingen uit te voeren of door consultatie of een second opinion aan te bieden om een behandeling weer vlot te trekken. TOPGGz-afdelingen zijn zodoende essentieel voor patiënten en hun naasten. Het is het belangrijk topklinische zorg te behouden. Niet alleen voor de patiënten, maar ook voor de innovatie in de sector. Topklinische ggz moet goed toegankelijk blijven voor alle patiënten die het nodig hebben”, begint Ellen.
Dineke vult aan: “Topklinische ggz is inderdaad essentieel voor patiënten met complexe problematiek, voor het behoud en de ontwikkeling van de kwaliteit van zorg in de ggz en niet in de laatste plaats voor de maatschappij. Door de intensivering van de consultatie- en adviesfunctie vanuit de topklinische ggz naar de rest van de ggz, kan een enorme impuls worden gegeven aan de juiste zorg op de juiste plek. Beter passende zorg kan leiden tot betere en snellere behandelresultaten, kortere wachtlijsten en op termijn tot het verlagen van de kosten van de zorg. De rol van topreferente netwerken in de ggz, maar ook de noodzakelijke samenwerking tussen de landelijk werkende topklinische afdelingen en de regionale ggz, zien we prachtig verbeeld in het ggz-netwerkmodel."
Dineke Moerman
Fit for the Future
Zowel Ellen als Dineke benadrukken de cruciale rol van TOPGGz-afdelingen in het bieden van hoogspecialistische zorg en kennisverspreiding binnen de ggz. Dineke legt de nadruk op de enorme potentie van consultatie, advies en het uitbouwen van deze hoogwaardige zorg door de topreferente netwerken. Ellen vindt dit ook een sprekend voorbeeld van de waarde en het belang van functionele samenwerking tussen en kennisverspreiding door de topklinische afdelingen naar de rest van de ggz. Beiden zien een veelbelovende toekomst waarin TOPGGz-afdelingen blijven bijdragen aan de verbetering van de geestelijke gezondheidszorg door het bundelen van krachten en kennis.
“Het enthousiasme en de wil om samen te werken is groot, maar functionele samenwerking moet gefaciliteerd worden, dat kan niet alleen liefdewerk zijn. Inmiddels staan er meerdere netwerken, onder andere rond hardnekkige depressie, angststoornissen, autisme en eetstoornissen. Ik hoop dat er nog veel meer zullen volgen en dat organisaties zoals het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), onder andere vanuit het Integraal Zorgakkoord (IZA), deze ontwikkeling zullen faciliteren. Alleen met goede ondersteuning kunnen de netwerken zich ontwikkelen en mooie resultaten opleveren", licht Ellen toe.
Dineke beaamt: “Bij netwerken en samenwerken vraagt het een lange adem om elkaar goed te kunnen (blijven) vinden. Het niet beschikbaar zijn van essentiële randvoorwaarden kan het enthousiasme en de mogelijkheden aardig temperen. Ik zou het spijtig vinden als de topklinische ggz daardoor minder zou kunnen betekenen voor patiënten en de maatschappij dan wat mogelijk zou kunnen zijn. Gelukkig wordt het belang van topklinische ggz steeds meer gezien en gewaardeerd. Het goede gesprek hierover wordt steeds meer gevoerd, al is er nog wel een weg te gaan.”
TOPGGz zijn we met elkaar
TOPGGz is in zeventien jaar tijd volwassen geworden. Al gaat het om kleine groep binnen het totaal van de ggz, met 59 TOPGGz-afdelingen verdeeld over 26 instellingen is het uitgegroeid tot een beweging van betekenis die aan het begin staat van een nieuwe fase waarin het werken in netwerken steeds belangrijker zal worden. Ellen zwaait af, Dineke stapt in.
“Ik heb genoten van de leuke, inspirerende contacten en de samenwerking met alle bevlogen en enthousiaste professionals uit het veld. De ggz is een warme sector met veel fijne, slimme en gedreven professionals. Vooral die mensen ga ik enorm missen! En natuurlijk heb ik ook genoten van de successen: steeds meer draagvlak voor TOPGGz en steeds een stapje dichter bij ons doel bij aanvang om een goed netwerk te creëren van topklinische zorg voor alle doelgroepen in de ggz. Om zo patiënten die vaak ten einde raad zijn en meestal al enorm veel hulp hebben gehad zonder dat het soelaas bood, een nieuw perspectief op herstel te bieden. Vooral door het keiharde werken van alle professionals van de TOPGGz-afdelingen, het bureau en het bestuur, hebben we in zeventien jaar tijd enorm veel bereikt”, besluit Ellen trots.
Dineke heeft veel zin in haar nieuwe rol bij TOPGGz. “Bij TOPGGz staat de inhoud voorop. En het gaat om de mensen die met elkaar een enorme prestatie leveren voor alles wat met TOPGGz te maken heeft. Ik ben nu al trots op het bureau, de mooie samenwerking met veel TOPGGz-afdelingen, de aangesloten instellingen en hun bestuurders. Het goede werk dat deze afdelingen verrichten en de positieve factor van betekenis die zij zijn in de ggz in Nederland, bieden een mooie basis voor de toekomst. Het enthousiasme waar het keurmerk voor staat hou ik graag overeind, binnen de beweging zelf, maar ook in de buitenwacht, en ik zal me maximaal inspannen voor het gezamenlijk realiseren van de doelstellingen en strategische ambities van TOPGGz. Want TOPGGz zijn we met elkaar!”