Studie naar effecten schematherapie bij DIS

Er is een nieuwe studie gestart om de effectiviteit van schematherapie bij patiënten met een Dissociatieve Identiteit Stoornis (DIS) te onderzoeken. Tijdens de studie krijgen patiënten met DIS gedurende 3 jaar een behandeling volgens het schemamodel. Het onderzoek zal plaatsvinden bij het Altrecht Academisch Angstcentrum, GGZ Oost Brabant en Arkin in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen en Universiteit Maastricht.

Eerder onderzoek

Uit eerder onderzoek is het nog onduidelijk welke behandeling het meest effectief is voor de Dissociatieve Identiteit Stoornis (DIS). Schematherapie beschouwt het ontstaan van DIS en Andere Gespecificeerde Dissociatieve Stoornis (AGDS) als gevolg van chronische vroegkinderlijk mishandeling, misbruik en/of verwaarlozing in de kinderjaren bij personen die gevoelig zijn voor het ontwikkelen van dissociatieve reacties op stress. De wisselingen in gedrag en emoties worden gezien als uiting van verschillende vaak terugkerende, rigide gemoedstoestanden of schemamodi. Het switchen tussen verschillende toestanden kan gepaard gaan met een sterk gevoel van discontinuïteit in emotionele beleving en in het denken over zichzelf en anderen.

Schematherapie voor DIS/AGDS

Schematherapie voor DIS/AGDS is aangepast aan de specifieke behandelbehoeften van deze patiënten, waarbij er onder meer aandacht is voor de extreme vermijding die deze patiënten parten speelt. Zo wordt een sterke nadruk gelegd op experiëntiële technieken.

Deze aanpak biedt een geïntegreerde benadering in relatief korte tijd. De behandeling is niet alleen gericht op het stabiliseren van symptomen maar besteedt relatief snel ook aandacht aan het verwerken van trauma's, overwinnen van klachten en verder herstel. Er is erkenning van de ervaringen van DIS-patiënten van identiteitsfragmentatie en amnesie, terwijl er niet wordt uitgegaan van aparte, autonoom functionerende persoonlijkheidstoestanden met ieder een eigen geheugensysteem.

Doel van de behandeling

Het doel van de behandeling is om de patiënt in de kindmodi te laten groeien door aan basale behoeften tegemoet te komen en door traumaverwerking, de straffende en kritische modi te laten plaatsmaken voor functionelere gewetensfuncties en streefniveaus, om meer controle te krijgen over andere dysfunctionele modi, en tenslotte om het gezonde deel van de patiënt te laten groeien.

Multiple baseline case series

In de huidige studie wordt de effectiviteit onderzocht van schematherapie bij patienten met DIS. Deze studie is een vervolg op een eerder pilotonderzoek waarbij een aangepaste vorm van schematherapie bij mensen met DIS is onderzocht (Huntjens, Rijkeboer, & Arntz, 2020).

Het onderzoek zal plaatsvinden bij het Altrecht Academisch Angstcentrum, GGZ Oost Brabant en Arkin onder leiding van prof. dr. Rafaele Huntjens, prof. dr. Marleen Rijkeboer, en dr. Nathan Bachrach en is in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen en Universiteit Maastricht. PhD op het project is Robin van der Linde.

Patiënten met DIS zullen voor een periode van 3 jaar behandeling krijgen volgens het schemamodel. De effectiviteit van de behandeling wordt getoetst door middel van een ‘multiple baseline case series’ design. Hierbij worden klachten in de behandelperiode afgezet tegen een baselineperiode zonder behandeling en een periode waarin er aandacht is voor de problemen van de patiënten maar er nog geen behandeling wordt aangeboden.

Voor vragen over het onderzoek, kunt u contact opnemen met Robin van der Linde (r.lindevander@ggzoostbrabant.nl) of prof. dr. Rafaele Huntjens (R.J.C.Huntjens@rug.nl).

Back to top