Persoonlijke begeleiding bij E-health gewenst

Vanuit de afdeling Onderzoek & Innovatie en de Academische Werkplaats Angst van de Polikliniek Angst en Dwang (GGZ inGeest) is er kwalitatief onderzoek gedaan naar het GET READY terugvalpreventie programma voor patiënten die hersteld zijn van angst- en/of depressiestoornissen. De POH-GGZ lijkt een belangrijke rol te spelen bij het motiveren van patiënten om met terugvalpreventie aan de slag te gaan.

Omdat terugval bij angst- en depressiestoornissen vaak voorkomt, is het bieden van terugvalpreventie erg belangrijk. Daarom is in samenspraak met patiënten en POH-GGZ het GET READY terugvalpreventie programma ontwikkeld. Dit programma is bedoeld voor patiënten die hersteld zijn van een angststoornis of depressie en in de twee jaar voor deelname een behandeling in de GGZ hadden afgerond.

Patiënten die deelnamen aan dit onderzoek ontvingen toegang tot een E-health platform en begeleiding van een POH-GGZ. Op het E-health platform kan een persoonlijk terugvalpreventieplan ingevuld worden, een dagboek bijgehouden worden en zijn er modules beschikbaar die naar wens gekozen kunnen worden. De modules zijn voornamelijk gericht op de ondersteuning van zelfmanagement vaardigheden. Patiënten en POH-GGZ stemden samen de frequentie van het contact af; vanuit het onderzoek werd aangeraden om eens in de drie maanden contact met elkaar te hebben. 

Om dit programma te evalueren zijn er individuele interviews gehouden met patiënten en diens POH-GGZ. Ook is met beide groepen apart een focusgroep gehouden.

POH-GGZ zijn positief over het programma, zij vinden het goed dat het er is en dat er meer aandacht is voor terugvalpreventie. Zij vinden het prettig dat patiënten een actieve rol in hun eigen herstel krijgen en dat zij thuis aan de slag kunnen met het programma. Verder noemen zij dat het contact met de patiënten als onmisbaar wordt ervaren, en dat het programma leidt tot bewustwording van klachten en risico op terugval. Zij zijn erg te spreken over de combinatie van E-health modules met persoonlijk contact.

Patiënten hebben een overwegend positieve houding ten opzichte van het terugvalpreventie programma. Het leidt tot bewustwording en men vindt het goed dat het er is. Patiënten lijken het programma minder gebruikt te hebben dan verwacht. Dit lijkt te komen door te veel of te weinig klachten, door te weinig motivatie en door te weinig steun van de POH-GGZ. Bij een toename van klachten maken patiënten geen gebruik meer van de E-health modules. Als reden hiervoor werd genoemd dat zij chaos in hun hoofd ervaren en concentratievermogen missen om met E-health aan de slag te gaan. Juist als het slechter gaat, zouden zij graag meer ondersteuning van de POH-GGZ ontvangen. Herkenbaarheid van de E-health modules lijkt verder bepalend in of men het programma wil gebruiken, niet alleen inhoudelijk maar ook op technisch vlak; het moet intuïtief zijn. Hierin zag men ruimte voor verbetering.

Beide partijen zijn het erover eens dat persoonlijk contact erg belangrijk is. Een goede, op de persoon afgestemde mix van E-health en persoonlijk contact werkt volgens hen het beste. Het succes van het terugvalpreventieprogramma lijkt daarvan af te hangen. Patiënten die veel ondersteuning ontvingen waren hier tevreden mee, terwijl patiënten die dit minder ontvingen graag meer ondersteuning hadden willen ontvangen, vooral op momenten dat het slechter ging. Er kan niet altijd een (volledig) beroep gedaan worden op het zelfmanagement van de patiënt, terwijl veel POH-GGZ daar vaak wel vanuit gaan. Daarom is het is belangrijk dat patiënten en POH-GGZ samen overeenkomen wat er moet gebeuren als er terugval is of dreigt. Specifiek is het belangrijk dat men afstemt hoeveel ondersteuning vanuit de POH-GGZ gewenst is, afhankelijk van het klachtenniveau en de coping stijl van de patiënt.

Meer informatie over het onderzoek? Neem contact op met onderzoeker Esther Krijnen.
 

Back to top