Onderzoek naar impact COVID-19 op ouderen met een bipolaire stoornis

De COVID-19 pandemie biedt de unieke mogelijkheid om te bestuderen welke factoren er precies voor zorgen dat ouderen met een bipolaire stoornis meer of juist minder psychiatrische symptomen hebben. Ofwel: wat maakt iemand nu kwetsbaar, of juist veerkrachtig? Het Centrum voor ouderen- en neuropsychiatrie (GGZ inGeest) is een onderzoek gestart naar deze factoren. 

Gedurende de COVID-19 pandemie worden ouderen vaak gezien als de meest kwetsbare groep. Ouderen met een bipolaire stoornis zijn bij een COVID-19 infectie extra kwetsbaar op verschillende manieren. Zo heeft een COVID-19 infectie direct als gevolg dat zij ziek kunnen worden, en mogelijk kunnen komen te overlijden. Maar ook indirect zijn er negatieve gevolgen. Zo zorgt de COVID-19 pandemie ook voor een verminderde toegang tot gezondheiszorginstellingen (een bezoek aan bijvoorbeeld ziekenhuis of huisarts is lastiger) maar hebben de COVID-19 richtlijnen ook sociale isolatie als gevolg. Het is om deze redenen essentieel voor deze groep om zich aan de richtlijnen te houden, zoals deze zijn opgesteld door de Nederlandse overheid. Deze richtlijnen kunnen echter grote gevolgen hebben voor het psychische welzijn van deze groep.  

De studie van Melis Orhan (PhD-student / psycholoog i.o. tot GZ-psycholoog) en Annemieke Dols (senior onderzoeker / psychiater) heeft 81 ouderen met een bipolaire stoornis geïnterviewd in april 2020 en toen zijn er verschillende vragenlijsten bij hen afgenomen. De deelnemers waren allemaal 50 jaar of ouder. Zij werden geïncludeerd vanuit het bestaande 'Dutch Older Bipolars' (DOBi) cohort, waarbij zij al in 2017/2018 verschillende vragenlijsten hebben ingevuld. De vragenlijsten uit 2017/2018 zijn vergeleken met de vragenlijsten die zij tijdens de eerste maanden van de COVID-19 pandemie hebben ingevuld. Uit de resultaten blijkt dat de deelnemers minder psychiatrische symptomen lieten zien in april 2020, wanneer dit werd vergeleken met hoe zij scoorden in 2017/2018. Dit betekent dus dat zij minder somberheid, minder manische symptomen en minder angst lieten zien dan in 2017/2018. Daarnaast hebben we nog gekeken welke factoren nu een relatie hebben met meer psychiatrische symptomen. Daarbij zagen we dat het niet hebben van kinderen, meer eenzaamheid, minder gevoel van controle, meer passieve coping en hoger neuroticisme waren geassocieerd met meer psychiatrische symptomen tijdens de eerste maanden van de COVID-19 pandemie. Na de metingen in april 2020, zijn deelnemers ook in juni 2020 en september 2020 geïnterviewd. Uit de eerste resultaten komt naar voren dat naarmate de pandemie voortduurt, de psychiatrische symptomen lijken te verergeren (bijgevoegde figuur). Op dit moment worden de data verder geanalyseerd.  

 

Points scored

(Figuur beloop klachten)  

Back to top