Het gerandomiseerde onderzoek ‘Slaap voor Aandacht door Aandacht voor Slaap’ is van start gegaan. Het onderzoek wordt uitgevoerd door PsyQ Programma ADHD bij volwassenen en ouderen (Parnassia Groep) in samenwerking met het Nederlands Slaap Instituut (NSI). Deze organisaties werken sinds 2018 samen en hebben een geïntegreerd diagnostiek- en behandelprotocol ontwikkeld voor slaapproblemen bij volwassenen met ADHD.
Slaapproblemen komen veel voor bij volwassenen met ADHD. Het overgrote deel van hen screent positief op een slaapstoornis, zoals het verlate slaapfase syndroom, slapeloosheid (insomnie), het rusteloze benen syndroom, of slaap-apneu. Slaapproblemen en ADHD zijn gedurende de levensloop nauw met elkaar verweven en lijken elkaar in stand te houden en te versterken. Steeds meer onderzoeken tonen aan dat er een positief effect kan zijn van een slaapbehandeling op de vermindering van ADHD-symptomen, en ook op andere comorbide stoornissen zoals depressie.
In het huidige nieuwe onderzoek krijgen volwassenen met ADHD én een slaapstoornis een slaaponderzoek (polysomnografie) bij het NSI, en worden de slaap en ADHD symptomen subjectief en objectief gemeten. Vervolgens wordt gerandomiseerd welke van de drie bestaande behandelingen ze krijgen:
1. alleen de reguliere ADHD behandeling;
2. alleen de reguliere behandeling van het specifieke slaapprobleem;
3. de gecombineerde behandeling voor ADHD en slaap.
Na 12 weken behandeling krijgen de deelnemers weer een polysomnografie en de andere metingen. Op deze manier kan worden vastgesteld in hoeverre een verbeterde slaap bijdraagt aan een vermindering van ADHD symptomen, en andere psychische klachten.
Meer informatie over het onderzoek of de specifieke interventies kunt u opvragen bij de onderzoekers. Ook kunt u de cursus ‘ADHD en slaap’ volgen, welke is ontwikkeld door PsyQ Programma ADHD bij volwassenen en ouderen. Daarin worden onder andere onze nieuwe behandelprotocollen voor de diverse slaapstoornissen bij ADHD uitgebreid besproken.
Meer informatie kunt u opvragen bij dr. D. Bijlenga, dr. J.J.S. Kooij of drs. B. Schuthof (junior onderzoeker).