NPI specialist in persoonlijkheidsproblematiek (Arkin) start in 2020 de onderzoekslijn FORCE naar de effectiviteit van zowel verschillende individuele behandelingen als groepstherapieën voor cluster C persoonlijkheidsstoornissen.
Cluster C
Cluster C persoonlijkheidsstoornissen worden veel gezien in de klinische praktijk, vaak in combinatie met andere stoornissen. Bekend is dat het hebben van een Cluster C stoornis een negatief effect heeft op de prognose van behandeling van andere psychische stoornissen.
Hoewel er diverse vormen van individuele en groepspsychotherapie worden aangeboden aan patiënten met een cluster C persoonlijkheidsstoornis, is nog weinig bekend over de effectiviteit van de behandelingen voor deze doelgroep. Ook is nog weinig bekend over de onderliggende werkingsmechanismen, met andere woorden: wat werkt voor wie en waarom?
FORCE
Bij het NPI gaan in 2020 twee RCT’s starten onder de naam FORCE (Psychotherapy for Cluster C Effect study): G-FORCE (group therapy for cluster C) en I-FORCE (individual therapy for cluster C). Patiënten die zich bij het NPI melden met een cluster C persoonlijkheidsstoornis zullen gevraagd worden in één van beide onderzoeken in te stromen.
In G-FORCE wordt de effectiviteit van drie vormen van groepstherapie onderling vergeleken die variëren in duur en mate van structuur: psychodynamische groepstherapie (24 maanden), schemagerichte psychodynamische groepstherapie (18 maanden) en schema groepstherapie (12 maanden).
In I-FORCE worden drie individuele vormen van psychotherapie vergeleken: kortdurende psychoanalytische steungevende psychotherapie (KPSP), affect fobie therapie (AFT) en schematherapie (SFT). Deze behandelingen bestaan elk uit 50 zittingen, waarbij gestart wordt met een intensieve behandeling van twee zittingen per week.
Naast de effectiviteit van bovenstaande behandelingen, zowel bij afronding van de behandeling en bij follow up, zullen ook de werkingsmechanismen worden meegenomen in het onderzoek. Met FORCE hopen we wetenschappelijke onderbouwing te vinden voor kosteneffectieve behandelvormen en inzicht te verkrijgen in de werkingsmechanismen . Dit is van belang om de kwaliteit van zorg voor deze kwetsbare doelgroep te verbeteren.