In september is de pilot Topreferente netwerken van start gegaan voor de specialismen Autisme, Eetstoornissen en Depressie. Alle TOPGGz-afdelingen samen vormen een netwerk van experts in complexe zorg. Hoewel er op specifieke onderwerpen al diverse samenwerkingen tussen TOPGGz-afdelingen bestaan, is er steeds meer aanleiding om ook rond patiëntengroepen en specialismen tot structurele topreferente netwerken te komen. De pilot Topreferente netwerken vormt hiervoor het begin.
Met samenwerken in een topreferent netwerk kunnen de TOPGGz-afdelingen samen meer en structurele resultaten bereiken op de topklinische taken: 1+1=3! Dit helpt om de topreferente positie in het veld uit te bouwen en samen een bijdrage te leveren aan het oplossen van de grote actuele knelpunten in de ggz. Denk hierbij aan het terugdringen van wachtlijsten, toegankelijkheid van de ggz voor patiënten met hoogcomplexe problematiek, vergroten van het effect van de ggz en transparantie daarover.
TOPGGz faciliteert de netwerkvorming door een projectleider en -ondersteuner beschikbaar te stellen. Voor elk specialisme is hiernaast een inhoudelijk trekker gevonden: prof. dr. Eric van Furth (Eetstoornissen), prof. dr. Wouter Staal (Autisme) en prof. dr. Aartjan Beekman (Hardnekkige Depressie).
De kop is eraf
De eerste bijeenkomsten van de netwerken Eetstoornissen en Autisme hebben in september plaatsgevonden. Hierin hebben deelnemers de meerwaarde van een netwerk voor hun patiënten en voor hun andere topreferente doelstellingen verkend en samen de eerste doelen en activiteiten binnen het netwerk gedefinieerd. Het netwerk Eetstoornissen gaat bijvoorbeeld aan de slag met het concretiseren van samenwerkingskansen op het gebied van patiëntenzorg en opleiding & onderwijs. De zeven TOPGGz-afdelingen die het topreferente netwerk Autisme vormen, oriënteren zich op samenwerking in het bieden van consultatie en gaan op zoek naar een generieke uitkomstmaat voor en met patiënten uit hun doelgroep.
Binnenkort zal ook de startbijeenkomst rond het specialisme Hardnekkige Depressie plaatsvinden. Hierbij wordt verkend in hoeverre de pilot het bestaande netwerk ‘Hardnekkige Depressie Nederland’ kan versterken.
Vervolg
Elk netwerk stelt een eigen agenda op, passend binnen de algemene doelen, maar gespecificeerd voor de eigen situatie en kansen en bepaalt de aanpak die in de eigen context past. Na een jaar wordt gezamenlijk geëvalueerd. De geleerde lessen uit de pilot worden benut voor later startende netwerken. De activiteiten van de topreferente netwerken dragen bij aan het bereiken van de IZA-doelen. Daarom worden voor deze pilot worden IZA-transformatiemiddelen aangevraagd.