In het IZA-bestuurlijk overleg van 11 september is het voorstel om de structurele kosten van TOPGGz-afdelingen voor de infrastructuur voor de topreferente taken onderzoek, innovatie en kennisverspreiding te verdisconteren in het tarief ‘hoogspecialistische ggz’ van het Zorgprestatiemodel (ZPM) geaccordeerd. Een enorme erkenning voor de rol van TOPGGz-afdelingen. Zij bieden zorg aan patiënten met hoogspecialistische zorgvragen en leveren daarnaast een grote bijdrage aan de kennisontwikkeling in de ggz!
Eerder was al duidelijk geworden dat er met het IZA (Integraal Zorgakkoord) gezocht zou worden naar financiering van de structurele kosten voor onderzoek, innovatie en kennisverspreiding. De wijze waarop dit gaat gebeuren is nu vastgesteld. De precieze uitwerking van dit akkoord voor de dagelijkse praktijk van TOPGGz-afdelingen is nog niet bekend. Maar het is sowieso een belangrijke erkenning voor het werk dat door TOPGGz-afdelingen verricht wordt.
Dat bekostiging voor consultatie ook nodig is, is inmiddels geaccepteerd door alle partijen en eveneens vastgesteld met dit besluit. Wat de best werkbare oplossing is, wordt nog onderzocht. Hierbij is beperkte administratieve belasting een belangrijk aandachtspunt.
Dit resultaat is na jaren voorwerk nu behaald door de inspanningen van het Winning Team Topreferente ggz van de Nederlandse ggz, na veel overleg met onder andere Zorgverzekeraars Nederland, NFU, Zorginstituut Nederland, de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en het ministerie van VWS.
De volgende stap is onderzoek naar de kosten voor deze taken. Dit wordt meegenomen in het bredere kostprijsonderzoek door de NZa in 2024 en 2025, waarna deze per 1 januari 2026 opgenomen worden in het tarief. Tot 2026 kunnen deze kosten in de contractbesprekingen worden ingebracht. Daarnaast wordt doorgewerkt om voor de bekostiging van consultatie de best passende regeling te realiseren.
Meer informatie: Monique van Bueren.