Dimence
Het SCOS is actief als diagnostisch-, advies- en behandelcentrum voor (jong)volwassenen met een autistische kwetsbaarheid en ernstige bijkomende problemen en voor professionals die mensen met autisme behandelen. Cliënten en hun verwijzers melden zich bij het SCOS als ondanks herhaalde behandelingen in de specialistische GGz de cliënt geen vooruitgang boekt, van crisis naar crisis gaat of teloorgang dreigt. Samen met de cliënt, naaste en behandelaar wordt besproken hoe de hulpvraag kan worden beantwoord.
Het SCOS zet zijn expertise in via bovenregionale consultatie aan zorgprofessionals, cliënten en hun naasten ten behoeve van het opheffen van stagnatie in lopende behandelingen en samenwerkingsrelaties. Ook biedt het SCOS second opinion diagnostiek in situaties waarin het diagnostisch beeld complex en ambigue is en deze onduidelijkheid het kiezen van een passende behandelrichting in de weg staat. Naast consultatie en second opinions onderscheidt het SCOS zich qua geboden (poli)klinische behandeling. Daarnaast kunnen zorginstellingen een beroep doen op het SCOS voor deskundigheidsbevordering en wordt door het SCOS samen met andere instellingen of onderzoeksgroepen praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd.
Hoofd- en sublocatie
Nico Bolkesteinlaan 1
7416 SB Deventer
Pikeursbaan 3
7411 GT Deventer
Burgemeester Roelenweg 9
8021 EV Zwolle
Scholierstraat 1
7415 SW Deventer
De doelgroep bestaat uit cliënten met autisme en ernstige bijkomende systemische en psychiatrische problemen. Het gaat om cliënten uit het hele land die zijn vastgelopen tijdens een andere (gespecialiseerde) ggz behandeling, cliënten met onopgeloste diagnostiekvragen en cliënten die ernstig beperkt worden in hun functioneren door hun problematiek.
Veel van de cliënten ervaren een grote mismatch tussen zichzelf en hun omgeving, voelen zich vervreemd en tot last, zijn ernstig overprikkeld en kunnen weinig tot geen betekenis meer geven aan hun leven. Veel van hen hanteren hun lijden via ernstige zelfbeschadiging en suïcidaliteit of andere complexe manieren om met emoties, moeilijke situatie en relaties om te gaan. Op korte termijn verdoven deze manieren van zelfregulatie de pijn. Op lange termijn leiden ze tot verder verlies van autonomie en verlies van verbondenheid met anderen. Cliënten en zorgprofessionals raken in interactie met elkaar met regelmaat uitgeput en gedemoraliseerd.
Verstandelijke beperking en het niet machtig zijn van de Nederlandse taal. Aanvullend voor klinisch behandeling: Hoge mate van onvermogen om in samenwerking met meerdere behandelaren en begeleiders aan behandeldoelen te werken en in een groep van maximaal 8 mensen te functioneren.
Via screening waarbij gebruik gemaakt wordt van de transdiagnostische decision tool in combinatie met de onderstaande indicatiecriteria.
De volgende cliënten komen in aanmerking voor consultatie, advies en second opinion en/of diagnostiek:
- Cliënten waarbij een gemotiveerd vermoeden bestaat op aanwezigheid van autisme, dat ondanks eerdere professionele en deskundige aandacht niet is vastgesteld in de tweede lijn ofwel specialistische ggz.
- Cliënten met zeer complexe bijkomende psychiatrische en systemische problemen waarvoor consultatie en advies wordt gevraagd.
De volgende cliënten komen in aanmerking voor poliklinische (co-)behandeling of klinische behandeling:
- ASS-diagnose (volgens richtlijnen vastgesteld) in combinatie met ernstige bijkomende systemische factoren, psychiatrische factoren en/of behandeling belemmerende omgevingsfactoren.
- Zekere mate van reflecterend vermogen (in potentie) aanwezig om doelgericht met behandeling bezig te kunnen zijn (richtlijn hierbij is IQ ≥ 85).
- Binnen de basis- en specialistische ggz is het niet gelukt de gewenste resultaten te bereiken.
Het SCOS behandelt indien mogelijk samen met het verwijzende team en betrekt naasten bij consultatie, diagnostiek en/of (co-)behandeling.
299.00 Autismespectrumstoornis
Aanwezigheid van co morbide stoornissen. Veel voorkomend zijn angst- en depressieve stoornissen, trauma gerelateerde stoornissen, stoornissen in middelengebruik, ernstige emotie-regulatieproblemen zoals zelfbeschadiging en suïcidaliteit.
De diagnostiek start met een afstemmingsgesprek, waarbij de vraag, maar ook de ‘vraag achter de vraag’ met zowel cliënt, als verwijzer als naaste(n) wordt besproken. Afhankelijk van de vraagstelling(en) bestaat de diagnostiek uit een psychiatrisch onderzoek, (neuro) psychologisch onderzoek en een verpleegkundig onderzoek. Het traject bestaat uit tenminste drie afspraken met verschillende medewerkers, waaronder een verpleegkundig specialist, psychiater en klinisch- of GZ-psycholoog. Daarnaast kan gebruik gemaakt worden van vragenlijsten of observatie-instrumenten. en worden de voorgeschiedenis en relevante omstandigheden in kaart gebracht.
De diagnostiek is gericht op het samen met de cliënt en naaste(n) onderzoeken welke factoren debet zijn aan de huidige mismatch tussen cliënt en omgeving, maar ook welke krachten aanwezig zijn en ingezet zouden kunnen worden, zodat de cliënt weer op voor hem/haar optimale betekenisvolle wijze kan deelnemen aan de maatschappij. Het gaat hierbij om de interactie tussen cliënt en omgeving, en is dus niet primair gericht op het bevestigen of accepteren van een diagnose of classificatie, maar is vooral bedoeld om een integraal gepersonaliseerd verklaringsmodel te formuleren dat op een inzichtelijke manier leidt tot een behandelvoorstel.
Een diagnostiektraject bestaat gemiddeld uit vijf afspraken van 60-90 minuten, waarbij de cliënt verschillende medewerkers spreekt. In het algemeen worden de onderzoeken op locatie in Deventer en/of Zwolle uitgevoerd. In overleg kunnen deze ook op andere locaties, waar de cliënt verblijft, worden uitgevoerd, wanneer hier goede aanleiding voor is. Afhankelijk van de uitgevoerde onderzoeken duurt het daarna nog ongeveer vier tot acht weken voordat de uitslag bekend is en dit in een behandeladviesgesprek (BAG) met de cliënt (en naasten) naar voren komt.
De mate waarin de diagnostiek als intensief wordt ervaren is per cliënt verschillend. Het wordt over het algemeen als intensief ervaren, omdat gedurende het traject op diepgaande wijze wordt stilgestaan bij de persoon die de cliënt is. Tegelijkertijd wordt het door de cliënt daardoor veelal ervaren als een traject waarin hij/zij zich zeer gezien voelt; en heeft het vooral een positieve connotatie.
Naast het gebruikelijke onderzoeksinstrumentarium dat bij diagnostisch onderzoek wordt gebruikt, zoals de NIDA, DSM-5 interview, ADOS, hetero- en ontwikkelingsanamnese, bestaat het onderzoek uit een psychiatrisch onderzoek, (neuro)psychologisch onderzoek en verpleegkundig onderzoek. Afhankelijk hiervan kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van diverse vragenlijsten, (semi)gestructureerde interviews of testmateriaal. Een belangrijk onderdeel van het diagnostiektraject is de intercollegiale toetsing van de bevindingen en conclusies. Diagnostiek bestaat voor een deel uit de reguliere instrumenten die worden gebruikt bij diagnostisch onderzoek naar autismespectrumstoornissen en comorbide stoornissen. Daarnaast wordt er ook gebruik gemaakt van de specifieke expertise die er is bij de verschillende medewerkers van het SCOS. Diagnostiek is niet alleen 'evidence based’ (gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek), maar ook ‘experience based‘ (gebaseerd op ervaringen in de praktijk).
Het SCOS biedt ambulante en klinische behandeling. De ambulante behandeling vindt plaats in Deventer en Zwolle. De klinische behandeling vindt plaats in Deventer, in het gebouw Lorna Wing, op de afdeling Intensieve Behandeling Autisme (IBA) en de afdeling Herstelgerichte Behandeling Autisme (HBA, maximaal 33 bedden).
IBA is een klinische intensieve behandelafdeling met een open karakter voor maximaal 16 volwassenen met autisme en ernstige bijkomende problemen. De focus ligt op het verbeteren van zelfregulatievaardigheden, omgaan met autisme, verwerken van ingrijpende ervaringen en daarnaast het ondersteunen van belangrijke personen in de omgeving van de cliënt. De onderliggende behandelfilosofie is Dialectische GedragsTherapie (DGT). Deze manier van werken wordt toegepast in een context die rekening houdt met behoeften en mogelijkheden van mensen met autisme. De opnameduur is 9,5 maand, voorafgegaan en opgevolgd door een poliklinische voortraject en natraject.
HBA is een klinische behandelafdeling met een open karakter voor maximaal 33 (jong)volwassenen tussen de 18 en 35 jaar met autisme en ernstige bijkomende problemen. De behandeling op de HBA is herstelgericht en is een zoektocht naar persoonlijke krachten, kwetsbaarheden en het leren omgaan hiermee, in samenwerking met de cliënt en diens naastbetrokkenen. De onderliggende basismethodiek is Steunend Relationeel Handelen (SRH). Deze methode is ondersteunend aan het maatschappelijke herstelproces van de cliënt. De opnameduur is maximaal 2 jaar.
BACS is een poliklinische afdeling, gericht op behandeling, advisering, consultatie en het doen van second opinions. De behandelingen en diagnostiek zijn op maat. Onderdeel van BACS vormt een poliklinisch aanbod Dialectische GedragsTherapie (DGT). Specifieke aanvullende ambulante en klinische (co-)behandelingen die binnen het SCOS worden aangeboden zijn: gepersonaliseerde psycho-educatie, systeemtherapie, traumabehandeling (EMDR en NET), Cognitieve GedragsTherapie (CGT), Acceptance en Commitment Therapie (ACT), DGT, mindfulness, inzichtgevende psychotherapie, diverse vaktherapieën, verpleegkundige diagnostiek en interventies, hersteltrainingen, modules gericht op omgaan met slaap, verslaving, zelfzorg en farmacotherapie.
Het SCOS onderscheidt zich in haar benadering door juist bij deze doelgroep vol in te zetten op een hoge mate van verbondenheid en een hoge mate van eigen regie vanuit een gelijkwaardige relatie.
De manier waarop dat gebeurt wordt gevoed door een krachtige filosofische visie, enactivisme genaamd. De kern is dat samen betekenissen worden genereerd en samen veranderd in interactie met elkaar. Mensen met autisme verschillen veelal van neurotypische (dat is: niet autistische) mensen in hun manier van waarnemen, bewegen, voelen, denken en doen. Dat maakt zelfregulatie voor mensen met autisme moeilijker en maakt tevens onderlinge afstemming tussen neurotypische en autistische mensen moeilijker. Dit wordt ook wel het ‘double empathy problem’ genoemd. Hierdoor is het van beide kanten moeilijker om in onderlinge interactie zowel zichzelf als de interactie te reguleren. Bovendien bestaat de wereld grotendeels uit neurotypische mensen, waardoor het überhaupt lastiger is voor mensen met autisme om in een ‘op neurotypische mensen gerichte omgeving’, in hun behoeften te voorzien. Dit inzicht heeft gevolgen voor de manier waarop professionals en cliënten in het SCOS met elkaar omgaan. Gezamenlijk wordt onderzocht hoe de cliënt zichzelf kan reguleren en in zijn/haar behoeften kan gaan voorzien, ondanks kwetsbaarheden die zullen blijven. Het leidt tot een dieper wederzijds begrip, vermindert stigma, zorgt voor een helende behandelrelatie en bevordert daarmee herstel.
Cliënten die de behandeling op de afdeling Intensieve Behandeling Autisme (IBA) volgen.
Integratieve DGT aangevuld met een lichaamsgerichte DGT-vaardigheidstraining i in een klinische omgeving die rekening houdt met autisme.
- Ernstige emotie-dysregulatie vermindert, zoals (de drang tot) suïcidaal gedrag, zelfbeschadiging, middelengebruik en/of aanhoudende negatieve gedachten.
- Toename van regulatievaardigheden om lichaamssignalen en emoties te herkennen en effectiever met moeilijke situaties om te gaan
- Een betere kwaliteit van leven
8 weken poliklinische pretreatment, 9,5 maand klinische behandeling, gevolgd door een poliklinisch natraject van 12 weken
Cliënten die een behandeling volgen binnen de HBA met comorbiteit van persisterende zelfbeschadiging
Interactionele groepstherapie
- Verbeterd zelfinzicht (hoofddoel):
- Het kunnen maken van een eigen keuze v.w.b. automutilatie
- Het kunnen aangaan van de verbinding met een ander.
- Het kunnen hanteren van adequate copingmechanismen.
8 weken groepstherapie, met een lengte van 90 minuten.
Ambulante behandelingen worden beëindigd wanneer er geen hoog-specialistische hulpvraag meer is en patiënten voldoende verder kunnen worden behandeld in de (specialistische) ggz. De klinische behandeling wordt beëindigd wanneer er geen verdere verbetering meer wordt bereikt bij de opname en/of na twee jaar.
Omdat er bij verwijzende instanties soms een gebrek aan kennis en deskundigheid op het gebied van ASS en ADHD is, zoekt het SCOS in samenspraak met de verwijzer naar mogelijkheden om de nazorg goed te organiseren.
Ambulant:
- Patiënten voor een diagnose: patiënten worden na diagnostiek terugverwezen naar de verwijzer.
- Voor een (co)behandeling: cliënten gaan verder met de (deel)behandeling bij het verwijzende team.
Voor klinische behandeling: in samenwerking met de cliënt en het verwijzende team wordt onderzocht hoe vervolgbehandeling en het verdere traject er uit ziet wat betreft wonen; dagbesteding, werk of opleiding; verdere ambulante behandeling en/of begeleiding.
Voor de klinische behandelingen geldt dat er een poliklinisch natraject is om generalisatie te bevorderen en terugval te voorkomen. Daarnaast blijft het SCOS voor consultatie beschikbaar.
Voor de poliklinische behandeltrajecten wordt in de eindfase van de behandeling een terugvalpreventie-plan besproken worden. Na doorverwijzing of ontslag blijft het SCOS voor consultatie beschikbaar. Ook is het mogelijk dat een cliënt bij onverhoopte terugval opnieuw in zorg komt.
Met behulp van de vastgestelde uitstroomcriteria per afdeling. Aanvullend worden ROM-uitkomsten benut om uitstroom te toetsen. Met name MHC-SF en I-ROC. Maar ook stoornis-specifieke vragenlijsten (bijv PCL-5 bij comorbide PTSS) worden gebruikt om het bereikte behandelresultaat te objectiveren.
Intensieve Behandeling Autisme
In 2021 zijn bij IBA 18 cliënten uitgestroomd uit de kliniek. Alle cliënten ontvangen een poliklinisch natraject vanuit IBA (8 sessies individuele DGT en 4 boostersessies). Aan het eind van de klinische behandeling of lopende het poliklinische natraject vanuit IBA voegt vervolgzorg in. Opmerking: sommige cliënten zouden gebaat zijn bij het wonen in en begeleid/ beschermd wonen setting, echter niet altijd zijn deze beschikbaar op het moment van klinisch ontslag vanwege lange wachttijden.
Tabel 1. IBA: uitstroomgegevens en percentages vervolgzorg.
Vervolgzorg |
Aantal cliënten en percentages uitstroom vervolgzorg |
Begeleid/ beschermd wonen |
Coaching/ begeleiding in eigen woning |
Poliklinisch natraject IBA |
FACT |
6 (33,3%) |
1 |
1 |
6 |
SGGz |
10 (55,6%) |
3 |
|
10 |
BGGz |
1 (5,6%) |
|
|
1 |
Geen |
1 (5,6%) |
1 |
|
1 |
Totaal |
18 |
5 |
1 |
18 |
Herstelgerichte Behandeling Autisme
In 2021 zijn bij HBA 24 cliënten uitgestroomd uit de kliniek. 7 cliënten ontvangen een kort poliklinisch natraject op maat.
Tabel 2. HBA: uitstroomgegevens en percentages vervolgzorg.
Vervolgzorg |
Aantal cliënten en percentages uitstroom vervolgzorg |
Begeleid/ beschermd wonen |
Coaching/ begeleiding in eigen woning |
Poliklinisch natraject HBA |
FACT |
5 (20,8%) |
3 |
1 |
1 |
SGGz |
5 (20,8%) |
2 |
1 |
|
BACS |
1 (4,2%) |
|
|
|
Geen |
13 (54,2%) |
8 |
2 |
6 |
Totaal |
24 |
13 |
4 |
7 |
Behandeling Advisering Consultaties en Second opinions (BACS)
In 2021 hebben 35 cliënten hun (deel)behandeling afgerond bij BACS. 22 cliënten (62,9%) hebben de behandeling afgerond, waarbij geen of lichte vervolgbehandeling in de vorm van de BGGz geïndiceerd is. Aan de andere kant van het spectrum zitten twee cliënten (5,7%), die de poliklinische behandeling (tijdelijk) hebben beëindigd voor een opname in één van de klinieken van het SCOS. Eén van deze twee cliënten verblijft nog op de HBA; de andere cliënte is inmiddels in 2022 met ontslag gegaan en is verwezen voor vervolgbehandeling naar de SGGz.
Tabel 7. BACS: uitstroomgegevens en percentages vervolgzorg
Vervolgzorg BACS: behandeling |
Aantal cliënten en percentages uitstroom vervolgzorg |
Huisarts |
11 (31,4%) |
BGGz |
10 (28,6%) |
FACT |
7 (20,0%) |
SGGz |
5 (14,3%) |
HBA |
2 (5,7%) |
Totaal |
35 (100%) |
De second opinions voor mensen met een vastgestelde diagnose ASS met bijkomende ernstige vormen van comorbiditeit kunnen gaan over medicatievragen, gedragstherapeutische of systemische behandelopties, sociaal-emotioneel functioneren of specifieke onderwerpen zoals een euthanasiewens, de toelaatbaarheid van dwang en drang, of advies bij juridische aangelegenheden.
Een second opinion kan worden aangevraagd via het aanmeldformulier, dat te vinden is op de website van het SCOS. Aangezien het gaat om het aanleveren van veel informatie, is het advies om bij twijfel of het wel een passende aanmelding is, eerst contact op te nemen en de aanmelding mondeling voor te leggen. Nadat de aanmelding is gescreend en er een indicatie is om een second opinion of diagnostisch onderzoek uit te voeren, wordt deze ingepland.
Wanneer de second opinion gaat om het opnieuw bekijken van een al gestelde diagnose, is de uitvoering gelijk aan een diagnostisch onderzoek.
Bij een second opinion in het kader van een gestagneerde behandeling, waarbij het gaat om een behandeladvies, wordt op gestructureerde manier informatie verzameld over de tot dan toe uitgevoerde behandelingen. Denk hierbij aan dossieronderzoek, het verzamelen van informatie door met de cliënt en naasten te spreken en eventueel behandelaren. Op basis van de verzamelde informatie wordt een advies uitgebracht, dat eerst met de desbetreffende patiënt wordt doorgesproken en daarna met de verwijzer wordt gecommuniceerd middels een schriftelijk verslag.
Diagnostiek en behandeling van volwassenen met autisme en comorbide AD(H)D en verslaving, vrouwen met autisme.
(0570) 60 45 00 - p.vanwijngaarden@dimence.nl
(Jong)Volwassenen met ASS, en bijkomende problematiek en in het bijzonder trauma, emotiedysregulatie en systeemproblematiek.
Consultaties worden aangeboden in de vorm van
- Eenmalige telefonische consulten aan behandelaren die te kampen hebben met stagnaties in het behandeltraject. De cliënt wordt hierbij anoniem besproken. Door middel van het goed uitvragen van de problematiek wordt op tentatieve wijze met de behandelaar meegedacht in oplossingsrichtingen.
- Eenmalige consulten, dan wel een kort consultatietraject, in het bijzijn van cliënt, eventueel naastbetrokkenen en diens behandelaar. Ook hierin wordt door middel van het goed doorvragen van de problematiek tentatief meegedacht en geadviseerd.
In de regel wordt door toename van zelfregulatie en betekenisverlening, waardoor inzicht in zichzelf vergroot wordt, de stagnatie in de ontwikkeling opgeheven, waardoor de cliënt en zijn/ haar systeem weer gebruik kan maken van reguliere specialistische behandeling voor evt. resterende behandelvragen.
Vanwege verandering van de effectmering vanaf 2e helft 2022 zijn er nog geen resultaten op geaggregeerd niveau m.b.t. het bereiken van de doelstellingen. Eind 2023, begin 2024 zullen kunnen percentages worden kunnen genereerd en ook hier worden vermeld.
Effecten worden in kaart gebracht met behulp van de volgende vragenlijsten:
BACS: I-ROC en MHC-SF
HBA: BERQ, I-ROC en MHC-SF
IBA: SIDAS, SIQ-TR, MAIA-2, BERQ, CERQ, MHC-SF
In de loop van 2024 zal dit gerapporteerd en gepubliceerd kunnen worden.
Klinische effecten kunnen per cliënt en afdeling verschillen. Over het algemeen gaat het over:
- Afname van emotionele ontregelen (bijv. minder zelfbeschadiging, suïcidaal gedrag)
- Toename van coping vaardigheden
- Inzicht in wat autisme betekent en hiermee om kunnen gaan
- Zicht krijgen op krachten en kwetsbaarheden op diverse levensdomeinen
- Het vergroten van kwaliteit van leven
SCOS werkt toe naar betekenisvolle uitkomsten vanuit de effectmetingen
- Instrumenten om behandeleffecten te meten op zowel individueel als teamniveau: BERQ, MHC-SF, I-ROC.
- Meten tevredenheid cliënten over de behandeling: CQ-i.
- Meten tevredenheid verwijzers over diagnostiek: SOQ-R en cliënten: SOQ-C.
De metingen vinden plaats bij start van de behandeling, minstens iedere zes maanden tijdens de behandeling en bij einde van de behandeling.
Vanwege verandering van de effectmeting vanaf 2e helft 2022 zijn er nog geen resultaten op geaggregeerd niveau op de doelstellingen van de klinische effecten van het zorgaanbod.
Vanwege verandering van de effectmeting vanaf 2e helft 2022 zijn er nog geen resultaten op geaggregeerd niveau m.b.t. resultaten aangaande psychologisch, sociaal en emotioneel welbevinden.
De waardering van de door SCOS uitgevoerde second opinions wordt door cliënten gewaardeerd met een 7,2 en door verwijzers met een 8,5.
Klinische Ontwikkelingspsychologie en Nederlands Autisme Register (NAR)
Leefstijlfactoren bij autisme, verslaving en autisme, motiverende gespreksvoering
Diagnostiek en behandeling van volwassenen met autisme en ADHD; verslaving en autisme, vrouwen met autisme.
Visie op autisme vanuit de filosofie (enactivisme), existentiële vragen, vragen rondom euthanasie bij mensen met autisme
DASHBOARD Potential effectiveness of integrated Dialectical behavioural therapy for adults with Autism and the role of Sensory Hyper- and hyposensitivity and interoceptive BOdy-Awareness in self-Regulation.