Parnassia Groep
Sarr Autisme Rotterdam (Parnassia Groep) is een levenslooppoli die specialistische poliklinische psychodiagnostiek en behandeling biedt voor patiënten van alle leeftijden met een autismespectrumstoornis (ASS) of een vermoeden daarvan. De zorgverlening richt zich op complexe psychodiagnostiek en behandeling van ASS, in het bijzonder als er sprake is van comorbiditeit zoals een verstandelijke beperking, ADHD en persoonlijkheidsproblematiek. Ook patiënten met autisme en bijkomende emotieregulatieproblematiek of systeemproblematiek (opvoedingsvragen, complexe ouderbegeleidingsvragen, relatieproblematiek) kunnen hier terecht.
Hoofd- en sublocatie
Dynamostraat 18 (team Jeugd)
3083AK Rotterdam
Dynamostraat 18 (team Volwassenen)
3083 AK Rotterdam
Telefoon
Sarr Autisme Rotterdam is gespecialiseerd in de diagnostiek en behandeling van patiënten van alle leeftijden met een autismespectrumstoornis (ASS) of een vermoeden daarvan. Jeugdigen vallen onder verantwoordelijkheid van Youz en volwassen patiënten vallen onder de zorg van Antes. De zorgverlening richt zich in het bijzonder op patiënten waarbij sprake is van bijkomende problematiek zoals ernstig sociaal-maatschappelijk disfunctioneren, ernstige traumatisering, ernstige verwaarlozing of andere systeemfactoren.
- Iemand voldoet niet aan de eerder genoemde aanmeldcriteria (bijvoorbeeld geen (vermoeden van) ASS, niet eerder in hulpverlening geweest, geen hulpvraag voor behandeling).
- De inschatting is dat iemand niet kan profiteren van het aanbod: bijvoorbeeld (gespreks)therapie sluit niet aan bij de problematiek, er is intensievere zorg nodig dan poliklinische zorg, er is een begeleidingsvraag i.p.v. een diagnostiek of behandelvraag.
- Voor behandeling: een IQ lager dan < 85 (bij twijfel wordt na screening gekeken wat mogelijk is).
In het algemeen gelden de volgende aanmeldcriteria:
- Eerdere diagnostiek of behandeling in reguliere specialistische GGZ is niet succesvol gebleken of de verwachting is dat dit aanbod onvoldoende aan zal sluiten bij de problematiek van de patiënt.
- De inschatting is dat patiënt kan profiteren van het behandelaanbod van Sarr.
Aanmeldcriteria voor psychodiagnostiek:
- Er is een onderbouwd eerste vermoeden van ASS met of zonder psychiatrische comorbiditeit en differentiaaldiagnostiek bij reeds actuele en langer durende specialistische GGZ-hulpverlening (> 1 jaar). De diagnostische onduidelijkheid is ondanks voldoende kennis op het gebied van SGGZ nog niet opgehelderd.
- Second opinion van ASS, tevens bij een vermoeden van psychiatrische comorbiditeit (te denken aan persoonlijkheidsstoornis, ADHD, verstandelijke beperking) en eventuele somatische comorbiditeit, vanuit specialistische GGZ-hulpverlening of vergelijkbare GGZ-instelling/professional. De diagnose ASS is bijvoorbeeld eerder gesteld en er bestaat twijfel over deze diagnose of er is ontevredenheid over het diagnostisch proces of de diagnose is eerder juist niet gesteld en daar is twijfel over of ontevredenheid over het diagnostisch proces.
- Er is een hulpvraag voor zowel psychodiagnostiek als behandeling.
Aanmeldcriteria voor behandeling:
- Er moet een DSM-5 classificatie ASS gesteld zijn met daarnaast een onderbouwing of diagnose middels gedegen verslaglegging (door bijv. gedragsdeskundige, psycholoog etc.)
- Behandeling waarbij is gebleken dat eerder aanbod vanuit de specialistische GGZ-hulpverlening niet voldeed of indien huidige behandeling stagneert.
- Bijvoorbeeld bij cliënten waarbij sprake is van ernstig sociaal-maatschappelijk disfunctioneren, interfererende (somatische) comorbiditeit, ernstige traumatisering of verwaarlozing of andere systeemfactoren
- Second opinion behandeling (bijv.: beoordeling van reeds gelopen behandeltraject en adviseren of dit het best passend is).
- Er is een innovatieve behandeling geïndiceerd die momenteel binnen de hoogspecialistische zorg onderzocht wordt zoals theraplay bij ASS, schematherapie bij ASS, behandeling voor jongeren met genderdysforie en ASS.
- Complexe farmacotherapie.
Autismespectrumstoornis (of een vermoeden daarvan)
Daarnaast alle vormen van comorbiditeit
Tijdens de intake wordt nagegaan of er aanwijzingen zijn voor ASS. De intakefase bestaat uit enkele gesprekken. Tijdens deze gesprekken wordt uitgebreid ingegaan op en is volop aandacht voor de klachten, eerdere hulpverleningservaring en voorgeschiedenis. Soms wordt aan patiënten gevraagd om vragenlijsten in te vullen.
Bij voldoende aanwijzingen voor ASS kan vervolgonderzoek geïndiceerd worden. Dit onderzoek kan voor jeugdigen bijvoorbeeld bestaan uit:
- Gesprek met ouders/verzorgers over de ontwikkeling en het huidig functioneren van het kind
- Observatie in schoolsituatie
- Contact met leerkracht of begeleider
- Gedragsobservatieonderzoek
- Intelligentieonderzoek
- Persoonlijkheidsonderzoek
- Psychiatrisch onderzoek
Voor volwassenen kan dit vervolgbezoek bestaan uit:
- Gesprek met partner over het huidig functioneren
- Gesprek met ouders over de ontwikkeling
- Gedragsobservatieonderzoek
- Intelligentieonderzoek
- Neuropsychologisch onderzoek
- Persoonlijkheidsonderzoek
- Psychiatrisch onderzoek
Onderzoek wordt conform landelijke richtlijnen gedaan en op maat aangevuld met wat er nodig is. Het onderscheid zit voornamelijk in de complexiteit van de onderzoeksvragen; veelal betreft het second opinion vragen of vragen met betrekking tot complexe differentiaal diagnostische vraagstukken waar reguliere ggz niet goed uit komt.
Dit is afhankelijk van de complexiteit van het onderzoek, maar zal doorgaans meerdere afspraken betrefffen.
Dat varieert per hulpvraag, maar conform richtlijnen wordt er gewerkt met screeningslijsten, zoals de SRS en de SRS-A (sociale responsiviteitsschaal). Vaak worden aanvullend algemene klachtenlijsten gebruikt (ASEBA lijsten jeugd, SCL-90 volwassenen), een ontwikkelingsanamnese met behulp van een gesprek + de ontwikkelingsanamnese middels de lijst van autisme team Gelderland (ATG) bij volwassenen en de 3DI bij kinderen. Daarnaast worden vaak observatieonderzoek ingezet middels de ADOS-2 en/of observatie in de klas, op de werkplek en/of tijdens psychiatrisch onderzoek. Aanvullend kunnen nog diverse andere instrumenten worden opgezet op bovengenoemde domeinen.
Er is een divers aanbod aan behandeling met als doel kennis over ASS te verkrijgen, vaardigheden aan te leren en psychische klachten te verminderen. Ook is er een aanbod voor vragen op het gebied van opvoeding en onderwijs.
Samen met de patiënt en eventuele ouders/verzorgers worden de mogelijkheden voor behandeling besproken. De behandeling kan bestaan uit een combinatie van individuele gesprekken en groepstraining. Voor zowel jeugd als volwassenen zijn behandelprogramma's ontwikkeld.
Het behandelaanbod bestaat uit de volgende individuele behandelingen:
- Cognitieve gedragstherapie
- EMDR
- Ik-Puber training (jeugd)
- Individuele ouderbegeleiding (jeugd)
- Medicamenteuze behandeling
- Psycho-educatie
- Psychomotorische Therapie
- Psychotherapie
- Schematherpie
- Speltherapie (jeugd)
Daarnaast worden er zowel voor jeugd als voor volwassenen diverse groepstherapieën geboden, voor een actueel overzicht zie: https://www.sarr.nl/behandelingen-sarr
Kinderen van 3-6 jaar met ASS met inter-en externaliserende problematiek en hun ouders.
Theraplay is een directieve spelmethode gebaseerd op de gehechtheidstheorie, ontworpen om ouders te helpen adequaat te reageren op de specifieke behoeften van hun kind. Hierin worden spelsessies voor ouder en kind afgewisseld met ouder terugkoppeling sessies. Theraplay wordt voornamelijk geboden aan kinderen met hechtingsstoornissen en trauma.
Theraplay is een RCT-geëvalueerde interventie welke effectief is gebleken in het verminderen van in- en externaliserend probleemgedrag, spraak/taal problemen en verbetering van de sociale communicatie. Theraplay is niet eerder middels een RCT onderzocht bij kinderen met ASS en hun ouders. De hypothese is dat Theraplay geschikt is als behandelmethode bij kinderen met ASS en hun ouders vanwege het directieve karakter en de insteek op het verbeteren van de relatie tussen ouders en kind. Hierbij zijn ontwikkelings- spraak/taalachterstand en mentale retardatie, welke vaker in combinatie met ASS worden gezien, geen exclusiecriteria. Recent kleinschalig onderzoek zonder controlegroep naar Theraplay bij kinderen met ASS en hun ouders geeft eveneens veelbelovende resultaten voor deze doelgroep weer.
Theraplay is een semi gestructureerd protocol. Hierin wordt gestart met een ouder-kind spelobservatie en een terugkoppeling. Daarna volgt het Theraplay traject, waarbij ouder-kind sessies worden afgewisseld met oudersessies (terugkoppeling). Gemiddelde bestaat een Theraplay traject uit 20 wekelijkse sessie van ongeveer 45 minuten.
Theraplay wordt onderzocht door middel van een randomized controlled trial waar in totaal 150 kinderen met een autismespectrumstoornis in de leeftijd van 3 tot 6 jaar en hun ouders participeren. Middels randomisatie zal de ene helft van deze groep Theraplay ontvangen en de andere helft de standaardbehandeling, welke voornamelijk bestaat uit psycho-educatie voor ouders met daaropvolgend ouderbegeleiding. Metingen binnen het onderzoek vinden plaats bij start van de behandeling, na 6 en 12 maanden.
Volwassen patiënten met ASS en persoonlijkheidsproblematiek.
De behandeling bestaat uit 35 wekelijkse sessies. Er wordt gestart met een 5-weekse exploratiefase met wekelijkse sessies waarin het actuele en vroegere functioneren, de psychische problemen en schema modi worden geëxploreerd en informatie over de behandeling wordt verstrekt. Daarop volgen 15 wekelijkse sessies met cognitief-gedragstherapeutische interventies en 15 wekelijkse sessies met experiëntiële interventies. De behandeling wordt afgesloten met 10 maandelijkse sessies met een behandelaar waarin besproken wordt hoe de patiënt in het dagelijks leven profiteert van de behandeling en wat de behandeling heeft opgeleverd voor de problemen en het persoonlijk functioneren.
Vermindering van psychische klachten (verschillend per patiënt) en negatieve kerncognities, versterken gezonde modi.
Zie methodiek.
Deze studie is een multiple baseline case series study. De studie bestaat uit 12 deelnemers vanaf 18 jaar met ASS en een persoonlijkheidsstoornis. Het doel is de effectiviteit van een schemagerichte therapie voor volwassenen met ASS en een persoonlijkheidsstoornis te onderzoeken. In deze studie worden 5 hypothesen onderzocht:
- de negatieve kernovertuigingen zijn minder sterk aanwezig in het actuele functioneren,
- disfunctionele schema modi zijn minder en gezonde schema modi zijn meer aanwezig in het actuele functioneren,
- de persoonlijkheidsstoornis is in remissie i.e. men voldoet aan minder persoonlijkheidstrekken volgens DSM,
- algemene psychologische problemen zijn verminderd dan wel opgelost in het actuele functioneren en
- de sociale interactie en communicatie zijn verbeterd.
Patiënten houden wekelijks en later maandelijks een scorelijst bij van bepaalde (negatieve) gedachten. En op 7 momenten in het proces vullen patiënten de volgende vragenlijsten in: SMI, SCL-90 en SRS-A.
De uitstroomcriteria zijn als volgt gedefinieerd:
- Er blijkt uit onderzoek dat er geen sprake is van een autismespectrumstoornis. Er wordt verwezen naar een passend zorgprogramma welke aansluit bij de klachten.
- De hulpvraag is beantwoord: comorbiditeit is inzichtelijk gemaakt, er is alleen nog een lichtere SGGz nazorg vraag, de patiënt stroomt uit naar reguliere SGGz of basis GGZ.
- De hulpvraag wordt te zwaar om ambulant (evt. in samenwerking met coaching thuis of inzet FACT) behandeld te worden: (Dag)klinische behandeling is geïndiceerd en er wordt opgeschaald naar een passende (dag)klinische voorziening binnen of buiten de eigen organisatie. In het geval het een jeugdpatiënt betreft zal (i.v.m. afspraken binnen de jeugdwet) het dossier bij Sarr in voorkomende gevallen wel geopend blijven indien Sarr als hoofdaannemer optreedt.
- Er is alleen (nog) een begeleidingsvraag: Er wordt afgeschaald naar een passende voorziening.
- Er is onvoldoende motivatie voor behandeling: het hulpverleningstraject wordt beëindigd en het dossier gesloten of, indien er grote zorgen zijn, er wordt FACT of bemoeizorg ingeschakeld.
- Er is sprake van chronische complexe problematiek die door FACT of een GGZ team overgenomen kan worden: er wordt verwezen naar FACT of GGZ team.
Na behandeling bij Sarr worden patiënten, afhankelijk van de hulpvraag, verwezen naar een FACT team, een behandelaar in de basis-ggz of specialistische ggz, de huisarts of een begeleidingsinstantie.
Heraanmelden binnen een half jaar kan zonder wachttijd. Tussen een half jaar en een jaar wordt de urgentie getoetst door de screeners. Indien er een kort terugval aanbod nodig is kan er een basis-ggz aanbod gedaan worden. Als patiënt reeds elders in zorg was, blijft de behandelaar betrokken en kan patiënt na afronding van het specialistisch zorgaanbod daar naartoe terugverwezen worden voor follow-up en nazorg. Dit wordt vooraf afgesproken. Met patiënten buiten de regio worden ook vooraf afspraken met verwijzer gemaakt over nazorg en crisismanagement.
Wanneer herbeoordeling van de diagnostiek of behandeling nodig is, biedt Sarr de mogelijkheid tot second opinion. Hierbij blijft de verwijzer of aanvrager van de second opinion de regiebehandelaar. Indien uit onderzoek blijkt dat behandeling het beste bij Sarr kan plaatsvinden, dan kan de Sarr als (co)behandelaar betrokken worden bij het behandelplan.
Functies:
Kinder- en jeugdpsychiater, Senior onderzoeker Sarr jeugd en Associate professor Kinder- en jeugdpsychiatrie Curium-LUMC Leiden
Expertise:
Zorg voor kinderen en jongvolwassenen met autismespectrumstoornissen (ASS) en hun ouders. Hierbij is door combinatie poliklinieken, specifieke aandacht voor geintegreerde diagnostiek en behandeling bi jeugdigen met een bijkomende verstandelijke beperking, somatisch onverklaarde lichamelijke klachten, neurologische klachten en obesitas. Door aan de klinische zorg ook wetenschappelijk onderzoek te verbinden, is het doel om de zorg voor deze jeugdigen met autisme en hun ouders te verbeteren.
Het onderzoek van dr. Wietske Ester richt zich op de vroegdetectie van autisme en problematische eetgedrag, nieuwe interventies voor kinderen met autisme (Tandem studie) en stress bij mensen met ASS en ouders/verzorgers van een kind met ASS.
telefoonnummer: 088-3581616
email: secretariaatsarr@youz.nl
Functie: klinisch psycholoog
Expertise: psychodiagnostiek, schematherapie, volwassenen met autisme en persoonlijkheids(pathologie)
telefoonnummer: 088-3585500
e-mail: sarr@anteszorg.nl
Sarr biedt specialistische psychodiagnostiek en behandeling voor patiënten van alle leeftijden met een autismespectrumstoornis (ASS) of een vermoeden daarvan. Doelstelling van de afdeling is het diagnostisch beeld verhelderen en/of de autisme gerelateerde klachten en comorbide klachten verminderen en de kwaliteit van leven van de persoon met autisme en diens omgeving verbeteren.
Bij ongeveer 30% van de patiënten treedt verbeterin of herstel op gedurende behandeling bij de Sarr (gekeken naar functioneel herstel, voor meer informatie zie klinische effecten zorgaanbod).
Bij het meten van de effectiviteit van wordt gekeken verschillende domeinen: functioneel herstel, autisme kenmerken, comorbide klachten, kwaliteit van leven en tevredenheid met zorg. Ondanks dat door behandeling bij Sarr niet verwacht kan worden dat het autisme vermindert, kan bijvoorbeeld het aanleren van vaardigheden wel zorgen voor een vermindering van autisme kenmerken of autisme gerelateerde klachten.
Met behulp van de HoNOSCA (Jeugd) en HoNOS (Volwassenen) wordt de klinische effectiviteit (functioneel herstel) van de behandeling onderzocht. Gemiddeld verbeteren de totaalscores op de HoNOS(CA) significant gedurende het zorgtraject, echter er is sprake van een klein effect.
De klinische effecten worden tevens met de Social Responsiveness Scale onderzocht (SRS-2 voor jeugd en de SRS-A voor volwassenen). Deze uitkomsten laten zien dat de kinderen, jongeren en volwassenen een brede range van autisme kenmerken hebben. Resultaten van de analyse van de SRS-A tonen aan dat de gemiddelde score significant minder wordt, het betreft hier echter een verwaarloosbaar effect.
De HoNOS(CA) en de SRS worden ingezet bij intake, daarna minimaal jaarlijks en bij beëindiging van de behandeling. Bij jeugd worden de vragenlijsten minimaal halfjaarlijks afgenomen.
De kwaliteit van leven bij jeugd wordt gemeten met de Kidscreen-27, actueel zijn er nog onvoldoende volledige metingen beschikbaar voor het trekken van conclusies. Bij volwassenen wordt voor het meten van kwaliteit van leven gebruik gemaakt van de WHOQoL. Uit analyse blijkt dat de algemene kwaliteit van leven van patiënten gedurende het zorgtraject significant verbetert, weliswaar met een klein effect.
De vragenlijsten worden bij start behandeling (of diagnostisch traject) ingezet, vervolgens minimaal jaarlijks en bij het afsluiten van de behandeling wordt. Naast de WHOQL bij volwassenen is recent de MANSA toegevoegd als meetinstrument voor kwaliteit van leven, hiervan zijn nog geen resultaten beschikbaar.
Bij zowel Sarr jeugd als volwassenen maken maatschappelijke doelstellingen vaak onderdeel uit van het behandelplan. Bij jeugd is schoolgang en het vinden van passende dagbesteding een belangrijk onderdeel. Bij volwassenen is het vinden van passend werk en het uitbreiden van sociale contacten vaak een behandeldoel.
Sarr trekt voor het uitvoeren van interventies die hierbij een rol spelen op met begeleidingsinstanties, REAKT, FACT en de andere GGZ teams Er zijn nauwe contacten met scholen en andere instanties buiten de GGZ, waardoor Sarr oog heeft voor het gehele systeem om de patiënt heen.
Vanuit de CQi index geven volwassen patiënten de behandeling bij Sarr gemiddeld het rapportcijfer 8. 77% van de patiënten geeft aan zich altijd en 33% meestal serieus genomen te voelen door de behandelaar, 84% geeft aan dat de behandelaar meestal of altijd duidelijke uitleg gaf en 53% geeft aan dat van te voren besproken is welke resultaten ze kunnen verwachten.
De patiënttevredenheid van de jeugd wordt sinds 2020 gemeten met de CEM+, hiervan zijn nog geen resultaten beschikbaar.
Neurocognitieve en biologische factoren die onderliggend zijn aan emotionele en gedragsproblemen bij kinderen en adolescenten met ontwikkelingsstoornissen en de effecten van behandeling daarop.
Functies:
Kinder- en jeugdpsychiater, Senior onderzoeker Sarr jeugd en Associate professor Kinder- en jeugdpsychiatrie Curium-LUMC Leiden
Expertise:
Zorg voor kinderen en jongvolwassenen met autismespectrumstoornissen (ASS) en hun ouders. Hierbij is door combinatie poliklinieken, specifieke aandacht voor geintegreerde diagnostiek en behandeling bi jeugdigen met een bijkomende verstandelijke beperking, somatisch onverklaarde lichamelijke klachten, neurologische klachten en obesitas. Door aan de klinische zorg ook wetenschappelijk onderzoek te verbinden, is het doel om de zorg voor deze jeugdigen met autisme en hun ouders te verbeteren.
Het onderzoek van dr. Wietske Ester richt zich op de vroegdetectie van autisme en problematische eetgedrag, nieuwe interventies voor kinderen met autisme (Tandem studie) en stress bij mensen met ASS en ouders/verzorgers van een kind met ASS.
telefoonnummer: 088-3581616
email: secretariaatsarr@youz.nl
Adolescentie, puberteit en seksualiteit bij jongeren en jongvolwassenen met autisme
088-3581616
De Tandem-studie: de effecten van Theraplay op kinderen met ASS en hun ouders, bestaande uit twee deelonderzoeken:
1) de effecten van Theraplay op de ouder-kindrelatie en het verminderen van gedragsproblemen bij het kind en van de ernst van de autistische kenmerken.
2) het onderzoeken van de fysieke en mentale stress bij ouders die een kind met ASS opvoeden.
Onderzoek gericht op de diagnostiek en behandeling van volwassenen met ASS. Om klinisch onderzoek goed uit te voeren zijn zowel diagnostische als therapeutische 'tools' nodig. Het onderzoek onderscheidt daarom de volgende drie onderzoekslijnen:
1) Diagnostiek: de ontwikkeling van een diagnostisch instrument: Nederlands interview ten behoeve van Diagnostiek Autismespectrumstoornis bij volwassenen (NIDA).
2) Inzicht verwerven in de relatie tussen ASS in persoonlijkheidspathologie bij volwassenen met ASS en persoonlijkheid(pathologie) zowel ten behoeve van de diagnostiek als behandeling.
3) Behandeling: effecten van schematherapie bij volwassenen met autisme en een persoonlijkheidsstoornis.
De boegbeelden en senior onderzoekers van Sarr geven regelmatig (poster)presentaties en workshops tijdens (online) nationale congressen zoals het NVvP, VGcT en het Nationaal Congres Autisme. Ook worden internationale voordrachten verzorgd op het INSAR congres (International society for Autism Research) en the International Society of Schema Therapy Conference.
Ook dragen zij hun kennis over door (gast)lessen bij de RINO groep voor de opleiding tot GZ-psycholoog en klinisch (neuro)psycholoog, scholingen voor de Parnassia Academie en door bij te dragen aan het ontwikkelen van handboeken, zoals de werkwijzer ‘Psychodiagnostiek autismespectrumstoornis volwassenen’.