Arkin
Mentrum HOV biedt langdurige klinische behandeling aan patiënten vanaf 18 jaar met Ernstige Psychiatrische Aandoeningen, inclusief psychotische en stemmingsstoornissen, vaak in combinatie met andere aandoeningen zoals een autismespectrumstoornis (ASS), licht verstandelijke beperking (LVB), een posttraumatische stressstoornis (PTSS), persoonlijkheidsstoornissen, somatische aandoeningen en/of stoornissen in het gebruik van middelen.
Hoofd- en sublocatie
Baron G.A. Tindalstraat 27
1019 TS Amsterdam (stadsdeel Oost)
Ravenswaaipad 60a
1106 AV Amsterdam (stadsdeel Zuidoost)
Jan Thoméepad 5
1034 ZP Amsterdam (stadsdeel Noord)
Jean Desmetstraat 108
1087 DR Amsterdam (stadsdeel IJburg)
Telefoon
Onze doelgroep bestaat uit patiënten met veelal psychotische en stemmingsstoornissen, met in de regel comorbiditeit. Autismespectrumstoornis (ASS), lichte verstandelijke beperking (LVB), posttraumatische stressstoornis (PTSS), persoonlijkheidsstoornissen, somatische aandoeningen en/of stoornissen in het gebruik van middelen blijken geregeld mede de zorgvraag te bepalen. Alle patiënten zijn eerder langdurig met onvoldoende resultaat klinisch behandeld binnen de sGGZ.
We hanteren voor opname deze inclusiecriteria:
- Ernstige psychiatrische aandoening (EPA) cf. de criteria van Delespaul e.a. (2013)
- 18 jaar of ouder
- Patiënt is na opname op een acute afdeling/ gespecialiseerde afdeling voor intensieve zorg nog niet in staat uit te stromen
- Patiënt heeft geïntegreerde behandeling nodig door multidisciplinair team
- Patiënt heeft veilige en gestructureerde omgeving nodig.
Daarnaast kenmerkt de doelgroep zich door:
- Veelal psychotische stoornis als hoofddiagnose
- Langdurige en/of complexe voorgeschiedenis met therapieresistentie
- Vaak meerdere onsuccesvolle pogingen tot ambulant/beschermd wonen
- (In verleden) gevaar voor zichzelf of anderen (geweest)
- In voorgeschiedenis vaak veel verplichte zorg (opname, afzondering, medicatie)
- Frequent traumatisering in voorgeschiedenis
- Psychosociale marginalisatie met een beperkt sociaal netwerk
- Andere visie op de problematiek dan de hulpverleners.
- Ernstige agressie-problematiek waarvoor insluiting frequent noodzakelijk is.
- Medicamenteuze verplichte zorg waarbij medicatietoediening met fysieke overmacht frequent verwacht wordt.
- Somatische co-morbiditeit die opname in een somatisch ziekenhuis noodzakelijk maakt.
- Noodzakelijke somatische verpleegkundige zorg van verpleeghuis-intensiteit.
- Stoornis in gebruik van middelen: uitsluitend wanneer ernstige intoxicatie- en/of ontwenningsbeelden regelmatig vóórkomen en gespecialiseerde verslavingszorg behoeven.
- Geriatrische problematiek en/of dementieel beeld staat op de voorgrond.
- Verstandelijke beperking is de hoofddiagnose en opname-indicatie komt geheel voort uit de verstandelijke beperking.
- Stoornis in gebruik van middelen is de hoofddiagnose en opname-indicatie komt geheel voort uit deze stoornis
Volgens bovengenoemde inclusiecriteria en contra-indicaties, waarbij het belangrijkste inclusiecriterium is dat de patiënt niet kan ambulantiseren vanaf de verwijzende opname-afdeling, omdat dat een te gevaarlijke of te verwaarlozende situatie zou opleveren.
Ongeveer 80% van de patiënten heeft als hoofddiagnose een schizofreniespectrumstoornis, ongeveer 10% als hoofddiagnose een stemmingsstoornis, en ongeveer 10% een andere stoornis.
Daarnaast is er zeer veel comorbiditeit, zie onder ‘beschrijving'.
De diagnostiek bestaat uit een psychiatrisch onderzoek bij opname. Dit wordt gevolgd door psychologische screeners op verschillende stoornissen. Op indicatie volgt aanvullende diagnostiek.
De behandeling wordt verder vormgegeven en geëvalueerd middels de Inidividual Recovery Outcomes Counter (I.ROC). Cliënttevredenheid wordt standaard gemeten middels de Client Quality Index (CQI) en kwalitatief door spiegelgesprekken met patiënten en naasten.
Door specifieke bejegening en indien nodig bemoeizorg kan betrouwbare screenende en aanvullende diagnostiek worden uitgevoerd waar dit eerder door crisis of gebrek aan commitment onmogelijk was. De cliënttevredenheid wordt kwalitatief in de triade geëvalueerd, dus met patiënt, professional en naasten.
De tijdsinvestering kan variëren van een enkel gesprek tot meerdere afspraken om vragenlijsten af te nemen. Bij diagnostiek wordt rekening gehouden met eventueel bestaande afweer en beperkte testbelastbaarheid.
Licht verstandelijke beperkging: | SCIL |
Trauma: | TSQ |
Stoornis in het gebruik van middelen: | CAGE-AID |
Cognitieve functiestoornissen: | MOCA |
Depressie: | BDI |
Herstel: | I.ROC |
Cliënt tevredenheid: | CQI |
Patiëntkenmerken bij verslaving: | MATE-Q (deel 1a en 1b) |
Angststoornissen: | BAI |
Tevredenheid met het leven: | TvL |
Binnen een open, besloten en gesloten klinische setting worden behandelingen aangeboden. Deze kunnen bestaan uit zowel farmacotherapeutische consulten als verschillende vormen van psychologische behandeling (individueel of in een groep). Daarnaast bestaat behandeling uit training en begeleiding op het gebied van woonvaardigheden en herstel op b.v. maatschappelijk op persoonlijk vlak. Dit kan ook outreachend worden toegepast, mocht patiënt nog een woning hebben.
Bij behandeling in uitpandige appartementen of zwaaiwoningen worden patiënten begeleid in hun maatschappelijk herstel inclusief woonvaardigheden.
Patiënten met Ernstig Psychiatrische Aandoeningen (EPA) met langdurige klinische herstelbehandeling
Aanbieden van VR relax aan klinisch opgenomen patiënten met EPA. Deelname aan landelijke studie die het effect van een VR sociale vaardigheidstraining evalueert. Binnen deze grotere studie vindt bij ons een pilotstudie plaats naar haalbaarheid, effect en patiënt-ervaringen van/met deze interventie in een langdurig klinische setting.
Verlaging van stressgerelateerde klachten en verbetering van sociale vaardigheden.
Wekelijks 1 sessie
Patiënten met Ernstig Psychiatrische Aandoeningen (EPA) met langdurige klinische herstelbehandeling
Het zorgmodel ART biedt een nieuwe professionele standaard voor langdurige herstelgerichte zorg in de GGZ in 24-uurs voorzieningen, voor de EPA doelgroep, waarbij zowel wordt uitgaan van de behoeften, wensen en mogelijkheden van de patiënt, als de rol van naastbetrokkenen en de leefomgeving.
Voor de locatie specifieke implementatie van deze methodiek heeft de tve het werken in de triade verder ontwikkeld met de inzet van naastbetrokkenconsulenten en een naastbetrokkenenkaart. In de naastbetrokkenenkaart worden de afspraken met de naasten omtrent hun rollen en verwachtingen geregistreerd.
Het zorgmodel beoogt voor EPA-patiënten weer perspectief; hoop, vertrouwen, geloof in eigen kunnen, gezonde leefomgeving, sociale verbondenheid, betekenisgeving en vrijheid; kortom herstel van het ‘mens zijn in zijn relaties’.
Het zorgmodel wordt op alle locaties toegepast, patiënten verblijven hier 24hr.
Patiënt is dusdanig psychiatrisch stabiel dat de bereikte psychiatrische stabiliteit ook in een niet-klinische setting, waar verblijf en psychiatrische behandeling gescheiden zijn, gewaarborgd kan worden.
Met de term ‘psychiatrische stabiliteit’ doelen we bij deze patiëntengroep niet op symptoomernst maar op de gevolgen van de symptomen. Een patiënt wordt door ons beschouwd als psychiatrisch stabiel als er gedurende een half jaar geen gevaar is opgetreden voor patiënt zelf en/of anderen. Dat betekent in praktijk dat er geen incidenten plaatsgevonden hebben en geen gesloten deur nodig is geweest.
Uitstroommogelijkheden zijn: zelfstandig wonen, wonen bij familie, beschermd wonen, begeleid zelfstandig wonen, verpleeghuis. Patiënt komt dan over het algemeen ambulant in behandeling bij een FACT, VIP of ACT team.
Een klein deel van de patiënten stabiliseert onvoldoende binnen de HOV Klinieken en wordt verwezen naar de Langdurige Intensieve Zorg van Inforsa, Duurzaam Verblijf Beilen of een andere instelling gespecialiseerd in ontwrichtend of onbegrepen gedrag.
Wij bieden na ontslag ambulante nazorg, ter overbrugging naar het nieuwe ambulante behandelteam. Een enkele keer spreken we heropname af als er binnen drie maanden een crisissituatie ontstaat in de nieuwe woonvorm. Daarnaast kunnen patiënten altijd heraangemeld worden bij ons via de reguliere route (door verwijzende opname-afdelingen).
Hier bestaat geen geschikt instrument voor. Voorwaarde is dat er een vervolg-woonplek beschikbaar is met voldoende begeleidingsintensiteit, dat er samenwerking mogelijk is met patiënt, en dat er gedurende een half jaar geen incidenten hebben plaatsgevonden en geen gesloten deur noodzakelijk was.
De doelgroep, de zorgintensiteit en de gemiddelde opnameduur verschillen tussen onze locaties. De opnameduur varieert van ‘enkele maanden tot een jaar’ (Kliniek Jan Thomeepad High & Intensive Care en Medium Care) tot ‘drie tot vijf jaar en zo nodig langer’ (Kliniek Sporenburg en Kliniek Reigersbos). Overplaatsingen tussen locaties komen ook regelmatig voor, vanwege zorgintensivering of juist vanwege afschaling bij verbetering van het beeld.
Gemiddeld nemen wij op de HOV per half jaar ongeveer 30 patiënten op die van verwijzers buiten de HOV komen, en stromen er ongeveer 30 patiënten uit naar buiten de HOV (dit op een totaal van 164 bedden).
Het merendeel van de patiënten stroomt uit naar beschermd wonen, een klein deel naar zelfstandig wonen, bij familie wonen, een verpleeghuis, of een hoogbeveiligde instelling.
De aanvraag voor een second opinion verloopt via de Centrale Aanmelding van Arkin. Nadat iemand specifiek voor een second opinion is aangemeld wordt een afspraak ingepland met een specialist op dat gebied. U kunt contact opnemen via 020-590 55 55 of via de mail naar: aanmelden@arkin.nl. Benoemt u dan dat het om een second opinion gaat voor de Mentrum Herstelondersteunende Vervolgklinieken.
U vindt meer inhoudelijke informatie over onze consultatie en second opinion mogelijkheden op de website: Consultatie en second opinion - Mentrum
Psychiater, senior-onderzoeker Academische Werkplaats EPA (Arkin / Amsterdam UMC locatie AMC), consulent bij Centrum voor Consultatie & Expertise (CCE)
0031627512376 - mariken.de.koning@mentrum.nl
Cultuur-en traumasensitief werken bij EPA, het leveren en organiseren van zorg aan gemarginaliseerde groepen.
0031646192566 - rembrant.aarts@mentrum.nl
Voor consultatie en advies kunt u contact opnemen met een van de boegbeelden, telefonisch via 020-590-5444 of via info@mentrum.nl
Het doel van een opname bij Mentrum HOV Klinieken is drieledig:
- Psychiatrische stabiliteit en zelfredzaamheid zodanig vergroten, en gevaar zodanig verkleinen, dat de klinische opname-indicatie vervalt. Hierbij wordt gestreefd naar duurzame uitstroom naar een niet-klinische setting. Met duurzaam wordt bedoeld: het doorbreken van een soms jarenlang patroon van frequente of onafgebroken opnames.
- Als resultaat van 1): Doorstroom naar begeleid, beschermd of zelfstandig wonen of verpleeghuis.
- In samenhang hiermee: Mate van herstel (zoals door de patiënt ervaren) vergroten.
Ad 1 en 2: 80% van de patiënten stroomt uit na of binnen de beoogde opnameduur van de desbetreffende HOV-locatie.
Ad 3: Mate van herstel is niet uit te drukken in een dichotome score (wel/niet bereikt), zie onder voor toelichting.
Punt 1 en 2 middels bijhouden uitstroomcijfers, opnameduur bij ons en onafgebroken opnameduur inclusief de opnames voorafgaand aan de opname bij ons.
Punt 3 middels de I.ROC (Individual Recovery Outcomes Counter). De I.ROC meet de mate van ervaren herstel op twaalf items, verdeeld over vier domeinen. In deze items komen symptomatisch, functioneel, maatschappelijk en persoonlijk herstel terug. De I.ROC wordt 4x per jaar afgenomen.
Herstel is een proces en geen uitkomstmaat. De I.ROC-score is een middel om het gesprek met de patiënt aan te gaan en doelen op verschillende levensgebieden (bij) te stellen en te evalueren. Er is geen totaalscore en er is ook geen cut-off waarde waarbij herstel ‘bereikt’ is.
Wij zijn begonnen met implementeren van de I.ROC als meetinstrument in 2022. Er zijn daarom op dit moment (december 2022) nog nauwelijks tweede metingen beschikbaar.
20 baseline metingen I.ROC Q1 en Q2 2022:
De laagste gemiddelde scores zien we op: sociaal netwerk, participatie en controle, bewegen en actief zijn, en steun van persoonlijk netwerk. Dit zijn gebieden waarop veel van onze interventies zich richten. De hoogste gemiddelde scores zien we op: dagelijkse vaardigheden, zelfwaardering, veilig en op het gemak voelen, en zingeving.
Deze resultaten laten zien dat voor de patiënt klachten/symptomen op het gebied van geestelijke gezondheid vaak niet het primaire probleem zijn. De spreiding laat zien dat de interindividuele variatie groot is. Dat maakt dat onze zorg sterk gepersonaliseerd moet zijn (en ook is).
Van 9 patiënten zijn er al twee I.ROC metingen met een jaar tussenpoos.
Gezien de kleine groep kunnen we geen uitspraken doen over significante veranderingen. Op het oog valt op dat er op acht van de twaalf domeinen gemiddeld sprake is van vooruitgang, bij twee van achteruitgang en bij twee van status quo. De vooruitgang wordt met name gezien op lichamelijke gezondheid, zingeving, sociaal netwerk, zelfwaardering en hoop voor de toekomst. Deze resultaten sluiten aan bij onze behandeling waarin wij op alle domeinen van herstel interventies aanbieden. Opvallend is de achteruitgang op dagelijkse vaardigheden. Wij hebben hierover de volgende hypothese: het probleembesef over de problemen die maken dat ambulant/beschermd wonen niet haalbaar was, neemt tijdens opname veelal toe. Dat kan leiden tot een lagere tevredenheid op dit item.
Patiënten gaven in 2021 gemiddeld een 7,43 voor de algehele behandeling. Quote uit het verslag van de visitatiecommissie: “Het gesprek met de patiënt tijdens de visitatie illustreerde de principiële wens van de afdeling om in al hun handelen met en voor de patiënten aan te sluiten bij het perspectief van de patiënt.”
Iedere patiënt wordt bij ontslag gevraagd om de Consumer Quality Index (CQI) in te vullen. Jaarlijks worden de geaggregeerde CQI-data geanalyseerd. Voor 2021 waren er 43 ingevulde vragenlijsten.
De CQI Klinisch bestaat uit 21 vragen. Vraag 13 vraagt naar een rapportcijfer over de algehele behandeling. In 2021 was dit gemiddeld een 7,43.
De volgende onderdelen van het zorgaanbod werden over het algemeen goed geëvalueerd middels de CQI:
- Bejegening, begrijpelijke uitleg en contact met behandelaren
- Veiligheid en privacy
- Uitvoering van de behandeling
De volgende onderdelen van het zorgaanbod zijn, naar mening van de patiënten middels de CQI, voor verbetering vatbaar.
- Verkregen informatie over zelfhulpprogramma's en patiëntenverenigingen (wij zijn in overleg met Anoiksis (vereniging voor psychosegevoelige mensen) om informatiebezoeken af te gaan leggen op de afdelingen)
- Aandacht voor lichamelijke bijwerkingen van medicatie (besproken in behandelarenoverleg en intervisie; deze uitleg wordt wel gegeven maar waarschijnlijk onvoldoende vaak, mede gezien de cognitieve beperkingen van veel patiënten; psychiaters besteden hier nu structureler aandacht aan).
- Het eten (Dit was al eerder een punt, er worden nu op verschillende afdelingen kookgroepen opgezet).
Hoogleraar Psychotische Stoornissen bij Amsterdam UMC locatie AMC
Psycholoog en senior-onderzoeker
+31621430853 - martijn.kikkert@arkin.nl
Psychiater en senior-onderzoeker
+31627512376 - mariken.de.koning@mentrum.nl
Herstel in perspectief
Maatschappelijk en persoonlijk herstel bij mannen en vrouwen met een ernstige psychische aandoening: de visies van cliënten, naasten en behandelaren.
Achtergrond: Mensen met ernstige psychische aandoeningen (EPA) ondervinden problemen of beperkingen op meerdere levensgebieden. Het faciliteren van hun persoonlijk en maatschappelijk herstel is een belangrijk doel in de geestelijke gezondheidszorg.
Doelstelling: Het verzamelen van nieuwe kennis over vier tot nu toe onderbelichte thema’s die meespelen bij het herstel van mannen en vrouwen met EPA: (1) verschillen tussen mannen en vrouwen; (2) de visie op herstel door de drie partijen in de triade (patiënt, naaste, behandelaar); (3) het herstelproces van naasten zelf; (4) het betrekken van patiënten die langdurig opgenomen zijn, omdat dit een groep is waarnaar nog nauwelijks onderzoek is gedaan in het kader van herstel.
Werkwijze: Voor deze kwalitatieve studie is gebruik gemaakt van individuele semi-gestructureerde interviews en focusgroepen. Hiermee zijn 39 patiënten (21 mannen en 18 vrouwen), 14 naasten en 21 behandelaren van F-ACT teams (ambulante teams voor outreachende zorg) en HOV-klinieken van Mentrum bevraagd op hun eigen persoonlijke verhaal. Deze studie is opgezet in een triadische samenwerking tussen patiënt- en naastenvertegenwoordigers, en onderzoekers die tevens zorgprofessional zijn.
Ook waren (familie-)ervaringsdeskundigen betrokken bij het afnemen van de interviews.
Alle data zijn verzameld en de analyse is vergevorderd. Publicaties worden in 2023 verwacht.
Side Effects of Clozapine in RElation to Drug concentration levels (SECRED).
Achtergrond: Clozapine is een antipsychoticum, dat wordt toegepast bij therapie-resistente psychosen. Vanwege gevaarlijke bijwerkingen wordt clozapine nooit als eerste keus middel ingezet. Ook heeft het middel een aantal onaangename bijwerkingen. Clozapine wordt in het lichaam omgezet in norclozapine, en deze omzetting verloopt voornamelijk via het enzym CYP1A2. Er is een grote interindividuele spreiding in dosering en in bijwerkingen.
Wanneer het – ondanks een hoge dosering clozapine – niet lukt een adequate bloedspiegel te bereiken, wordt in de klinische praktijk soms fluvoxamine-additie toegepast. Fluvoxamine remt het enzym CYP1A2, waardoor de omzetting van clozapine in norclozapine wordt geremd en de hoeveelheid clozapine ten opzichte van norclozapine toeneemt. Er zijn aanwijzingen in de literatuur dat toevoeging van fluvoxamine een positieve invloed heeft op de bijwerkingen, die de patiënt ervaart. In deze studie wordt de verhouding clozapine ten opzichte van norclozapine in relatie tot de bijwerkingen onderzocht, bij patiënten van Mentrum en Inforsa.
Doelstelling: Na gaan óf de clozapine/norclozapine ratio samenhangt met de ernst van bijwerkingen. Een secundair doel is om te onderzoeken of de groep clozapine+fluvoxamine gebruikers minder bijwerkingen ervaart dan de groep clozapinegebruikers zonder fluvoxamineadditie. Daarnaast zal onderzocht worden wat het verband is tussen de dosering fluvoxamine en de clozapine/norclozapine ratio.
Methodiek: Het betreft een observationele studie op basis van dossierinformatie.
Professionals verbonden aan de HOV Klinieken houden regelmatig voordrachten op diverse (inter)nationale symposia en congressen.
Ook zijn zij op diverse manieren betrokken bij onderwijs/ kennisoverdracht aan professionals buiten de eigen eenheid, zowel binnen als buiten Arkin als in diverse opleidingen. Voorbeelden: docentschap in het consortiumonderwijs voor psychiaters in opleiding, docentschap in leergang GGZ Kenniscentrum voor Tolken en Vertalers, lezingen bij Phrenos, klinische lessen bij andere ggz-instellingen en in het sociaal domein.
Verder schrijven zij mee aan handboeken en richtlijnen en geven zij klinische lessen en interviews.
Voor overleg over mogelijkheden tot het verzorgen van activiteiten i.h.k.v. kennisoverdracht: Mariken.de.koning@mentrum.nl