GGZ Drenthe
In de Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) van GGZ Drenthe worden patiënten behandeld vanaf 18 jaar die vanuit ingewikkelde psychiatrische problemen strafbare feiten hebben gepleegd zoals brandstichting, agressie- of zedendelicten. Het gaat om mensen met complexe problemen op meerdere gebieden.
Hoofd- en sublocatie
Dennenweg 9
9404 LA Assen
Telefoon
In de FPK worden patiënten behandeld vanaf 18 jaar die vanuit ingewikkelde psychiatrische problemen strafbare feiten hebben gepleegd zoals brandstichting, agressie- of zedendelicten, of deze dreigen te plegen. Het gaat om mensen met een complex samenspel van problemen op meerdere gebieden.
In de meeste gevallen is sprake van een uitgebreide hulpverleningsgeschiedenis, met ambulante behandeling, bemoeizorg of klinische opnames. Er is vanuit de problematiek van patiënten sprake van risicovol gedrag. Risicomanagement en behandeling gaan hand in hand. Daarnaast hebben veel patiënten moeite motivatie voor behandeling op te brengen. Bestaande richtlijnen voor behandeling van de verschillende stoornissen schieten tekort en er is maatwerk nodig voor elke patiënt.
Verstandelijke beperking (IQ < 70).
Indicatiestelling gebeurt bij justitie (IFZ) of, in het geval van instroom via de ambulante forensische teams van GGZ Drenthe, door een ambulante behandelaar in overleg met de FPK, of door collega instelling. Dan gaat het met name om inschatting van risico's en behandelmogelijkheden in combinatie met aard van de titel. Daar is geen vast format voor. Selectie vindt dan ook plaats op basis van klinisch oordeel aan de hand van stukken en/of bij crisis op indicatie van gebleken agressie en gedragsproblemen in het verleden, waardoor een HIC niet mogelijk zou zijn. De HIC kan ook, meestal in het kader van de WVGGZ, verwijzer zijn wanneer opname van een patiënt aldaar onvoldoende veiligheid biedt.
Binnen de FPK worden patiënten (jongvolwassenen, volwassenen, ouderen) behandeld die vanuit complexe psychiatrische problematiek grensoverschrijdend of delictgedrag vertonen. Het gaat hierbij onder meer om patiënten met een psychotische kwetsbaarheid, persoonlijkheidsstoornis, seksuele controlestoornis, een autismespectrumstoornis (ASS), stoornis in het gebruik van een middel of een combinatie van (o.a. deze) stoornissen. Deze patiënten hebben strafbare feiten gepleegd zoals bijvoorbeeld agressiedelicten, brandstichting en zedendelicten.
Diagnostiek vindt voor alle afdelingen - behalve het slaapcentrum - plaats in de eerste drie maanden van opname en bestaat uit:
- Bestudering van alle beschikbare stukken over eerdere behandelingen en justitiële contacten.
- Onderzoeksgesprekken met verschillende disciplines. Deze vinden, afhankelijk van de discipline, eenmalig tot wekelijks plaats gedurende de diagnostiekfase.
- Observaties van gedrag op de afdeling.
- Een lichamelijk onderzoek en oriënterend laboratoriumonderzoek.
- Zo nodig aanvullend intelligentieonderzoek, persoonlijkheidsonderzoek of neuropsychologisch onderzoek. Het invullen van verschillende vragenlijsten betreffende klachten en symptomen.
- Onderzoek naar het netwerk (familie, vrienden, etc.) van de patiënt.
De diagnostiek is uitgebreider dan gewoonlijk doordat de patiënt door sociotherapeut, maatschappelijk werker/systeemtherapeut, vaktherapeut, onderwijs- en trajectbegeleider, psychiater en psycholoog wordt onderzocht (multidisciplinair).
Van patiënten worden meerdere gesprekken met alle verschillende disciplines gevraagd, wekelijks. Daarnaast wordt aan patiënten gevraagd een aantal vragenlijsten voor de afdeling onderzoek in te vullen.
- Psychiaters verrichten eenmalig een psychiatrisch onderzoek, waarbij alle medicatie wordt geëvalueerd en somatische comorbiditeit in kaart wordt gebracht.
- Verpleegkundigen nemen een verpleegkundige anamnese af, waarbij ook een signaleringsplan wordt gemaakt om crisis te voorkomen.
- De behandelend psycholoog maakt met de patiënt een delictscenario en delictanalyse volgens de hiervoor geldende richtlijn delictanalyse (KwaliteitForensische Zorg - KFZ).
- Een verpleegkundig specialist en/of huisarts verricht een lichamelijk onderzoek en oriënterend laboratoriumonderzoek.
- Een maatschappelijk werker brengt de financiën, woonsituatie en sociale relaties in kaart.
- Systemisch onderzoek wordt door een maatschappelijk werker of systeemtherapeut verricht.
- Aanvullend onderzoek wordt op indicatie verricht. Dat kan gaan om een uitgebreide verslavingsanamnese, slaaponderzoek, (neuro)psychologisch onderzoek, intelligentieonderzoek door een psycholoog, psychodiagnostisch medewerker of slaapdeskundige.
De Forensische Psychiatrie beschikt over een keten van verschillende beveiligingsniveaus, te weten de niveaus 1, 2 en 3. Daarnaast is het forensisch beschermd wonen (FBW) een onderdeel van de keten. Het expertisecentrum voor slaap en psychiatrie is onderdeel van de FPK, waar patiënten voor diagnostiek en behandeling van slaapstoornissen terecht kunnen.
Een brede populatie van forensisch psychiatrische patiënten (inclusief LVB) met brandstichting in hun delict geschiedenis.
Deze innovatie betreft een doorontwikkeling van het eerder ontwikkelde werkboek voor behandeling van brandstichters. De nadruk ligt hierbij op het toepasbaar maken van deze methodiek voor een bredere groep brandstichters. Hierbij is bijvoorbeeld aandacht voor toegankelijkheid voor de LVB populatie.
Met deze innovatie hopen we het werkboek gebruiksvriendelijke te maken.
Bij deze behandeling gaat het om ongeveer een behandeltijd van 1,5 uur per patiënt per week. Dit wordt ingeschat als een gemiddelde behandelintensiteit voor FPK patiënten.
In toekomstig effect onderzoek zal de behandelinnovatie worden ge-evalueerd op basis van de effecten of vermindering van algemeen delict risico en vermindering van symptomen gemeten met brandstichter specifieke vragenlijsten zoals de Fire Attitude Scale en de Firesetting assessment schedule.
Patiënten van de Forensische High Intensive en Care (FHIC).
Wanneer een patiënt hoge spanning ervaart kan de VRelax bril ingezet worden om de patiënt tot rust te brengen. De VRelax bril is een virtual reality tool gericht op stress verlaging, waarbij er door middel van immersie in een natuurlijke omgeving en interactieve element, getracht wordt ontspanning te bereiken.
We beogen met deze interventie de patiënt zelf een middel te geven om ervaren spanning te verminderen. Dit zou het herstel van de patiënten kunnen versnellen . En daarnaast beogen we hiermee het aantal escalaties op de afdeling (en daarmee het aantal dwangmaatregelingen) te verminderen.
Deze interventie is laag intensief en daarmee goed toepasbaar voor patiënten van de FHIC.
De effectiviteitsmeting is gericht op de ervaringen van de individuele patiënt met VRelax en de directe effecten van VRelax op het spanningsniveau van de patiënt. Daarnaast zal op afdelingsniveau bekeken worden of inzet van VRelax een effect heeft op het aantal incidenten en op de inzet van dwangmaatregelingen.
De belangrijkste risicofactoren zijn behandeld en afgenomen. Voldoende risicomanagement toegepast en uitgezet voor de toekomst. Stoornissen zijn behandeld of wel voldoende gestabiliseerd. De behandeling wordt elke 3-4 maanden geëvalueerd aan de hand van risicotaxaties in een multidisciplinaire behandelplanbespreking (behandelteam en externen zoals b.v. reclassering). Hiervoor worden verschillende gevalideerde risicotaxatie instrumenten gebruikt, afhankelijk van de aard van de problematiek.
Patiënten worden verwezen naar verschillende vervolgsettingen waaronder:
- een lager beveiligingsniveau binnen de FPK: van beveiligingsniveau 3 naar 2 of 1 of naar forensisch beschermd wonen;
- poliklinische behandeling (AFPN) of het forensisch ACT team;
- justitiële instellingen (hoger of lager beveiligingsniveau);
- andere instellingen (GGZ / RIBW).
Er is een terugval aanbod: de kliniek biedt patiënten na de klinische behandeling de mogelijkheid tot een crisispreventieve opname (For BOR). Patiënten krijgen in dit geval een crisispreventiekaart die wordt beheerd door de polikliniek of het Forensisch ACT-team. De patiënt kan op eigen verzoek een aantal dagen worden opgenomen ter voorkoming van crisis (o.a. delictpreventie).
HKT-R en/of de START en/of SSA (Static, Stable en Acute) bij zeden. Daarnaast is er nog een aantal stoornis- of delictspecifieke instrumenten die toegepast kunnen worden, zoals: PANNS, HONOS-fd, SIPP, MATE, PCL-R, SRP.
Op basis van de ernst en aanwezigheid van delictrisicofactoren -in samenhang met beschermende factoren- wordt een inschatting gemaakt van de mogelijkheden om door te stromen naar een meer open setting, een ambulant vervolgtraject of afsluiting van behandeling.
Het percentage uitstroom is niet recent bijgehouden. Uit eerdere gegevens blijk dat de behandelduur rond de 500 dagen ligt voor beveiligingsniveau 3 en rond de 150 dagen voor beveiligingsniveau 2.
Ongeveer een derde van de uitgestroomde patiënten gaat naar andere GGZ instelling, een derde naar een justitiële instellingen en de rest van de patiënten gaat naar de ambulante forensische psychiatrie dan wel naar eigen woonruimte.
Een second opinion kan telefonisch of per mail aangevraagd worden via het FAIC (Forensisch Aanmeld- en Informatie Centrum. Tel. (059) 233 46 26 of mail: aanmeldingenfpk@ggzdrenthe.nl. Overleg (telefonisch of per mail) met de opnamecoördinator of een terzake deskundig behandelaar is mogelijk.
Voor second opinions inzake ernstige slaapproblematiek kan aanmelding plaatsvinden via het Slaapcentrum voor Psychiatrie Assen, tel. (059) 233 46 79 of per mail: slaapcentrum@ggzdrenthe.nl. Overleg (telefonisch of per mail) met één van de medewerkers van het Slaapcentrum is mogelijk.
Second opinions worden vaak uitgevoerd op verzoek van de afdeling Indicatiestelling Forensische Psychiatrie van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP). Behandelaars treden regelmatig ter rechtzitting op als getuige-deskundige. Behandelaars van GGZ Drenthe vragen om second opinions bij o.a. vastgelopen behandelingen. De betreffende patiënt wordt dan bijvoorbeeld tijdelijk opgenomen binnen de Forensische High Intensive Care (FHIC).
Somnologie, onderzoek op het gebied van de wisselwerking tussen slaap en psychiatrische problematiek, het aanpassen van slaapbehandelingen aan psychiatrische populaties, onderzoek op het gebied van forensische psychiatrie, onder meer vrouwen in de forensische settingen.
(0592) 33 46 54 – marike.lancel@ggzdrenthe.nl
Het belangrijkste doel van de FPK is het verminderen en voorkomen van delicten bij patiënten met complexe psychiatrische problematiek.
Het behandelaanbod op de FPK is onder te verdelen in een specifiek forensisch aanbod (o.a. delictdiagnostiek, risicotaxatie, delict-groepen, een zorgprogramma zeden en brandstichters, het maken van delictpreventie signaleringsplannen, vaktherapie) en een aanbod gericht op vermindering van delictrisicofactoren vanuit specifieke stoornissen. Dit laatste aanbod is breed en omvat behandeling voor o.a. ontwikkelingsstoornissen, verslaving,
persoonlijkheidsstoornissen, psychotische stoornissen of traumagerelateerde stoornissen. Daarnaast wordt middels de individuele rehabilitatie benadering ondersteuning geboden bij resocialisatie en worden patiënten ondersteund in alle praktische zaken rond resocialisatie.
De doelstellingen worden gemeten aan de hand van veranderingen in risicotaxatie, (vermindering van) incidenten, terugval in delictgedrag. De instrumenten die hiervoor worden ingezet zijn de Honos, HKT-R, START en SSA (Static Stable and Acute) voor zeden of een andere delictspecifiek instrument.
De doelstellingen worden gemeten aan de hand van veranderingen in risicotaxatie, (vermindering van) incidenten, terugval in delictgedrag. De instrumenten die hiervoor worden ingezet zijn de Honos, HKT-R, START en SSA (Static Stable and Acute) voor zeden.
Bij ongeveer 2/3 van de patiënten is op het moment van ontslag het doel van afname van delictrisico bereikt
- Vermindering van crisis/crisisgevoeligheid.
- Aantoonbare vermindering van delictgedrag/delictrisico.
- Verbetering van kwaliteit van leven.
- Beter leren omgaan met problemen en stress.
- Vermindering van psychiatrische symptomen.
- Crisismonitor
- Risicotaxatie-instrumenten zoals eerder beschreven
- Gedragsobservatie
- Verschillende stoornisspecifieke instrumenten zoals de MATE bij verslaving
Wisselend, van dagelijks tot jaarlijks en daar tussenin.
Van de HKT-R zijn de uitkomsten kwantitatief weergegeven. De gemiddelde (n=115) totaalscore op de HKT-R bij binnenkomst is 62.82 (sd = 17.39). Bij de vervolgmeting (een jaar later) is de gemiddelde totaalscore 60.23 (sd=17.58; Cohen’s d = -0.14). Dit is een significant, maar klein behandeleffect.
Het betreft hier echter een gemiddelde totaalscore over alle patiënten en alle risicofactoren. Voor een aantal specifieke risico factoren worden echter significante effecten gezien met een groter effect, zoals een verbetering van probleem inzicht (Cohen’s = -0.34), een verhoging van het gevoel van verantwoordelijkheid voor het delict (Cohen’s = -0.34), verbetering van de financiële, werk en woon omstandigheden (Cohen’s = -0.29, -0.29 en -0.34 respectievelijk) en betere afspraken omtrent delict preventie(Cohen’s = -0.53)
Bij de gemeten effectgrootte dient men in aanmerking te nemen dat het hier gaat om een groep complexe, vaak chronische patiënten.
De kwaliteit van leven verbetert door:
- vermindering van problemen met justitie, waaronder minder detenties en boetes
- betere relaties met anderen, zoals: partners, kinderen en andere familieleden of vrienden
- toeleiding naar de meest passende woonvoorzieningen of vervolgzorg
- hulp bij financiële problemen, waaronder het treffen van regelingen om schulden op te lossen en hulp bij het aanvragen van uitkeringen
- minder belemmeringen in het dagelijks leven door vermindering van psychische klachten en slaapproblemen
- hulp bij het vinden van passende dagbesteding en/werk
Kwaliteit van leven wordt gemeten met de MANSA (Manchester Kwaliteit van Leven Vragenlijst). Deze wordt afgenomen bij de patiënten die deelnemen aan het behandeleffect onderzoek (dus niet bij alle patiënten). Jaarlijks zullen deze resultaten besproken worden met het multidisciplinaire team.
Jaarlijks
Uit de effect meting met de MANSA (n=30) blijkt dat er alleen op het gebied van de mensen waarmee samengewoond wordt statistisch significante effecten gevonden werden (Cohen’s d = -0.54). Echter werden er ook verbeteringen met een middel-grootte effectgrootte in de tevredenheid met het leven als geheel (Cohen’s d = -0.34) en het seksuele leven (Cohen’s d = -0.27).
Jaarlijks vindt er in overleg met de cliëntenraad een patiënttevredenheidsonderzoek plaats op alle afdelingen. De resultaten van dit onderzoek worden zowel binnen de cliëntenraad als op de verschillende afdelingen besproken. De uitkomst van het patiënttevredenheidsonderzoek wordt omgezet naar een verbeterplan.
Samenvattend laat de dit onderzoek zien dat patiënten hun behandeling gemiddeld met een 6 beoordeelden. Waarbij de meerderheid aangaf zich veilig te voelen op de afdeling (70%) als in de behandelgroep (73%), en dat dingen voor hen op een begrijpelijke manier werd uitgelegd (60%). Minder tevreden waren patiënten over de mate waarin ze inspraak hadden over hun behandeling, 48% van de patiënten gaf aan dat ze niet of maar een beetje hadden kunnen meebeslissen over hun behandeling.
Somnologie, onderzoek op het gebied van de wisselwerking tussen slaap en psychiatrische problematiek, het aanpassen van slaapbehandelingen aan psychiatrische populaties, onderzoek op het gebied van forensische psychiatrie, onder meer vrouwen in de forensische settingen.
(0592) 33 46 54 – marike.lancel@ggzdrenthe.nl en m.lancel@rug.nl
Psychofysioloog en somnoloog, slaapdeskundige.
Neuro-endocrinologie, psychofysiologie, en stress
Multicenter onderzoek naar insomnie veroorzakende en onderhoudende factoren bij forensische psychiatrische patiënten
Cognitieve gedragstherapie voor insomnie (cgt-i)
Iedere 2 jaar wordt een tweedaags symposium georganiseerd, waarvan ook boeken worden uitgebracht.
- 2019 symposium Gevangen in ontembaar verlangen. Patronen van verslaving die leiden tot delictgedrag
- 2021 symposium Spel, stoornis en delict; op het kruispunt tussen creativiteit en vals spel
Landelijk worden cursussen verzorgd over de toepassing van START, de werkwijze van de slaapkliniek, de aanpak van brandstichters en zedendelinquenten.
Een aantal voorbeelden van Kennisoverdracht:
- Poor sleep as a risk factor in forensic psychiatry. Maaike van Veen, European Sleep Research Congress 2018
- Night time treatment in forensic psychiatry. Marike Lancel, 11th European congress on violence in clinical psychiatry, 2019
- Internet en sociale media: een complexe realiteit in het Forensische werk, Karel ’t Lam, Festival Forensische zorg, 2018
- Forensische indicatie stelling, Christian Feij, Onderwijs PPO (klinische psychologen 2018-2021
- Seksualiteit en seksuele stoornissen, theorie en behandeling, Karel ’t Lam, Summerschool voor GGZ professionals 2020
- LinkedIn kanaal Annelot in de Kliniek, Annelot van Peursem, 2020-heden