Parnassia Groep
De patiëntengroep binnen het Centrum Dubbele Problematiek (CDP) bestaat uit ernstig zieke patiënten, die zowel ernstige problemen hebben op het gebied van verslaving, als ernstige problemen op het gebied van psychiatrie. De patiënten hebben al meerdere jaren behandeling gehad binnen de ggz of de verslavingszorg. Bekijk ook de video.
Hoofd- en sublocatie
Mangostraat 5
2553 KS Den Haag
Telefoon
De patiëntengroep binnen het Centrum Dubbele Problematiek (CDP) bestaat uit ernstig zieke patiënten, die zowel ernstige problemen hebben op het gebied van verslaving, als ernstige problemen op het gebied van psychiatrie. De patiënten hebben al meerdere jaren behandeling gehad binnen de ggz of de verslavingszorg.
Patiënten die bekend zijn met ernstige agressie en/of antisociaal gedrag waarmee zij de behandeling (van zichzelf en/of anderen) verstoren, komen niet in aanmerking voor behandeling bij het CDP.
Alleen patiënten met een combinatie van een ernstige verslaving en een andere ernstige psychiatrische stoornis komen in aanmerking voor behandeling bij het CDP. Beide aandoeningen dienen dus in ernstige mate aanwezig te zijn. Patiënten kunnen enkel aangemeld worden door een ggz-behandelaar.
De patiëntengroep van het CDP heeft diverse diagnoses. Alle patiënten hebben een ernstige psychiatrische stoornis (EPA), in combinatie met ernstige verslavingsproblematiek.
Diagnostiek op het CDP wordt zowel klinisch als ambulant uitgevoerd. Ook kan er specialistisch onderzoek worden gedaan. Bijvoorbeeld naar autisme, psychotische stoornissen en andere complexe problematiek.
Klinische diagnostiek vindt plaats binnen het zorgpad diagnostiek, waarbij de opnameduur 8 weken is. Voor de duur van het ambulante traject wordt in overleg een tijdspad opgesteld.
De diagnostiek op het CDP is onderscheidend van de reguliere zorg doordat er aandacht is voor de specifieke interactie tussen verslaving en de andere psychiatrische stoornissen. Daarnaast is de diagnostiek veel uitgebreider en neemt deze meer tijd in beslag dan in de reguliere zorg. Regelmatig wordt de diagnostiek verricht tijdens een langere klinische opname. Hierdoor is het vooral mogelijk patiënten tijdens een periode van abstinentie te onderzoeken, hetgeen ambulant vaak niet haalbaar is bij ernstige verslavingsproblematiek. De diagnostiek wordt uitgevoerd door ervaren specialisten en diagnostici (klinisch (neuro)psycholoog, psychiaters, verpleegkundig team), daarnaast zijn er korte lijnen met andere specialismen (internist, neuroloog, klinisch geriater).
Het CDP verricht de diagnostiek met name tijdens een klinische opname van circa 8 weken. Dit biedt de mogelijkheid abstinentie te realiseren, voldoende te kunnen observeren en daarbinnen psychiatrische en psychologische diagnostiek te verrichten. Een uitgebreid psychodiagnostisch onderzoek neemt enkele dagdelen in beslag. Een psychiatrisch onderzoek neemt doorgaans een uur in beslag, aangevuld met observaties door het verpleegkundig team. Indien de diagnostiek ambulant plaatsvindt duurt dit traject gemiddeld 8 weken, waarbij een patiënt ongeveer 4 gesprekken heeft waarin o.a. psychologische testen worden afgenomen.
Diagnostiek wordt gedaan door één of meerdere behandelaren:
- Psychiaters
- Klinisch neuropsycholoog
- GZ psycholoog
- Klinisch psycholoog
- Psycholoog
Indien nodig wordt een medisch specialist buiten de afdeling geconsulteerd (internist, neuroloog, e.d.).
Vanwege de diverse DSM diagnoses van de patiëntengroep wordt er een uitgebreide hoeveelheid diagnostische instrumenten gebruikt.
Het CDP omvat 1 gesloten afdeling (9 bedden), 1 besloten afdeling (12 bedden), 1 open afdeling (8 bedden), een begeleid wonen locatie (7 bedden). De polikliniek omvat circa 90 patiënten. De kliniek behandelt jaarlijks circa 190 patiënten.
Klinische patiënten met een dubbele diagnose
Het betreft een structurele screening van iedere opgenomen patiënt naar het voorkomen apathie en cognitieve stoornissen. Beide aspecten kunnen de behandeling beinvloeden en bemoeilijken.
Deze innovatie richt zich op het juist uitvoeren van diagnostiek met als doel een gerichte behandeling in te kunnen zetten, welke aansluit bij de cognitieve vaardigheden en motivatie van de patiënt. Door dit in een vroeg stadium te onderzoeken kunnen samen met de patiënt realistische verwachtingen geschept worden, wat leidt tot minder teleurstelling over de behandeling en een beter behandelresultaat.
De diagnostische screening vindt plaats bij opname en wordt herhaald na 6 en 12 weken behandeling.
De diagnostische screening vindt plaats met behulp van respectievelijk de Montreal Cognitive Assessment (MOCA) en de Apathy Evaluation Scale (AES-C). In een wetenschappelijk onderzoek wordt onderzocht of de aanwezigheid van apathie en/of cognitieve stoornissen verband heeft met een verminderd herstel of verminderd profiteren van de behandeling.
Patiënten met een dubbele diagnose.
Binnen één behandeling wordt zowel het middelengebruik als de psychologische stoornis behandeld. Dit gebeurt door middel van de reguliere schematherapie interventies, waarbij het CDP zich expliciet richt op het drugs- en alcoholgebruik als manier om met emoties om te gaan alsmede op het doorbreken van andere ingesleten patronen.
In de groep zal met name met schemamodi gewerkt worden. Dit zijn toestanden (gevoelens, gedachtes, gedrag) waarin iemand kan verkeren indien een gevoelige snaar geraakt is. Deze gevoelige snaren zijn diep ingesleten patronen die vaak vroeg in het leven zijn ontwikkeld.
Minder klachten, minder middelengebruik, betere emotieregulatie. Daarnaast zal de invloed van hechting, ouderschap en jeugdtrauma op het behandeleffect worden onderzocht.
Patiënt moet bij aanvang, halverwege, aan het einde en na 6 en 12 maanden follow up vragenlijsten invullen.
Patiënten worden gerandomiseerd over twee behandelcondities: Groepsschematherapie van 30 weken (experimentele conditie) en Groep-CGT van 30 weken (controle conditie). Om de effectiviteit van behandeling te meten worden de volgende vragenlijsten op de hierboven genoemde meetmomenten afgenomen: Symptom Check List (SCL-90), Addiction Severity Index (ASI), Emotion Regulation Questionnaire (ERQ), Young Schema Questionnaire-Short Form (YSQ-SF), Schema Mode Inventory (SMI) en de Experiences in Close Relationships-Revised (ECR-R). Bij baseline worden verder de SCID-5, Childhood Trauma Questionnaire-Short Form (CTQ-SF), short-EMBU (Egna Minnen Beträffende Uppfostran; Swedish acronym for My Memories of Upbringing) and structured clinical interview for DSM-5 (SCID-V) afgenomen.
Patiënten die niet meer voldoen aan een ernstige psychiatrische stoornis of aan ernstige verslavingsproblematiek worden terugverwezen naar de specialistische ggz of naar de verslavingszorg. Ook patiënten die zich jarenlang (langer dan 5 jaar) in de vooroverwegingsfase bevinden en bij wie geïntegreerde behandeling niet tot verbetering heeft geleid, worden terugverwezen naar de specialistische ggz (bijvoorbeeld wijkteams, forensische polikliniek, bemoeizorg) of de verslavingszorg.
Patiënten stromen na behandeling op het CDP door naar begeleid wonen, worden terugverwezen naar wijkteams, forensische polikliniek of de verwijzende afdeling.
Patiënten kunnen na ontslag op het CDP gebruik maken van de dagbehandeling of het poliklinische aanbod.
Patiënten waarvan:
- CGI van 3 of lager is gedurende één jaar;
- in het kwadrant van Minkoff psychiatrie laag vallen
of:
- CGI-VZ van 3 of lager gedurende één jaar;
- kwadrant van Minkoff verslaving laag
- in de terugvalpreventiefase zitten gedurende één jaar
De gemiddelde klinische opnameduur op het CDP is 48,8 dagen. Het grootste gedeelte van de patiënten wordt terug verwezen naar de hoofdbehandelaar (de verwijzende afdeling). Vaak betreft dit een wijkteam of een forensische poli.
Patiënten kunnen worden aangemeld voor een second opinion, via het aanmeldformulier.
Via het secretariaat kan er contact opgenomen worden met Arjen Neven of Annette Bonebakker voor verdere informatie over een second opinion.
Het CDP biedt twee mogelijkheden voor een second opinion: klinisch en ambulant. De klinische second opinion is een opname binnen het zorgpad diagnostiek, waarbij gedurende een klinische opname van 8 weken diagnostiek wordt uitgevoerd.
De ambulante second opinion bestaat uit 1 of meerdere gesprekken en een uitgewerkt advies.
Medicamenteus behandelen van verslaving bij dubbele diagnose patiënten.
(088) 357 96 11 - A.Neven@parnassia.nl
Het Centrum Dubbele Problematiek wil, door het aanbieden van geïntegreerde behandeling van verslaving en psychiatrie, patiënten helpen met hun complexe problematiek en eventuele psychosociale problemen. Per zorgpad zijn specifieke behandeldoelen geformuleerd.
Binnen het CDP wordt de IDDT-methodiek toegepast: integrated dual diagnoses treatment, ofwel het geïntegreerd behandelen van dubbele problematiek. Binnen deze methodiek wordt gestreefd naar het verbeteren van kwaliteit van leven en herstel van bijvoorbeeld dagbesteding, familiecontacten en de financiële situatie van de patiënt.
Het CDP heeft onderzoek gedaan naar het effect van de IDDT-methodiek op de psychiatrische symptomen, verslaving en kwaliteit van leven bij patiënten met een dubbele diagnose. Uit dit onderzoek bleek dat IDDT vaak niet beter of slechter is dan de reguliere behandelingen in de ggz. Wel kwam uit het onderzoek naar voren dat patiënten vaker een stabiele verblijfplaats hadden, de kwaliteit van leven verbeterde, de overlast afnam evenals het aantal arrestaties en opnames.
Het CDP zet verschillende meetinstrumenten in om de klinische effecten van het zorgaanbod te meten. De uitkomsten worden met de patiënt besproken en geëvalueerd en als daar aanleiding toe is wordt de behandeling aangepast. Ook op afdelingsniveau worden de resultaten geanalyseerd en waar nodig vinden aanpassingen in het zorgaanbod plaats.
De effecten van de behandeling worden gemeten door het afnemen van de volgende instrumenten:
- CGI: dit meet de ernst van de psychiatrische klachten
- CGI VZ: dit meet de ernst van de verslavingsproblematiek
- GAF: dit meet het algeheel functioneren
- HoNOS: dit meet de ernst van de problematiek op 15 verschillende levensgebieden
Voor klinische patiënten zijn de meetmomenten bij opname, na 6 maanden (indien van toepassing) en bij ontslag. Bij ambulante patiënten worden de vragenlijsten iedere 6 maanden afgenomen.
Uit een analyse van de HoNOS resultaten 2018 blijkt dat patiënten op verschillende leefgebieden significant minder klachten hebben, dit betreft de volgende schalen:
- Hyperactief/agressief/destructief;
- Opzettelijke zelfverwonding;
- Problematisch alcohol-/drugsgebruik;
- Cognitieve problemen;
- Lichamelijke beperkingen;
- Hallucinaties en wanen;
- Depressieve stemming;
- Problemen met ADL;
- Problemen woonomstandigheden.
Ook de resultaten van de CGI, de CGI VZ en de GAF laten significante verbeteringen zien na afronding van de behandeling bij het CDP.
Patiënten ervaren een verbetering op het algemeen functioneren, maar in het bijzonder op het gebied van verslaving. Dit draagt bij aan de kwaliteit van leven.
Uit het onderzoek naar de IDDT-methodiek is gebleken dat IDDT effectief kan zijn in de behandelpraktijk. Zo is gebleken dat patiënten vaker een stabiele verblijfplaats hadden, de kwaliteit van leven verbeterde, de overlast afnam evenals het aantal arrestaties en opnames.
Dit betreft de uitkomst van een systematische literatuurstudie, de resultaten zijn gepubliceerd in het Tijdschrift voor Psychiatrie:
http://www.tijdschriftvoorpsychiatrie.nl/assets/articles/60-2018-4-artikel-neven.pdf
Het CDP wordt door patiënten vooral positief gewaardeerd voor het feit dat er gekeken wordt naar de patiënt als geheel en dat meerdere pogingen worden ondernomen om abstinentie te verkrijgen, (bijvoorbeeld meerdere opnames met als doel abstinentie).
Het CPP organiseert 3 keer per jaar een familieavond. Dit is vaak gerelateerd aan een thema, (zoals autisme, borderline persoonlijkheidsstoornis, zelfbeschadiging). Daarnaast is er ook een familie-ondersteuningsgroep. De familieavonden worden met een 8 gemiddeld beoordeeld.
Bijzondere leerstoel Openbare Geestelijke Gezondheidszorg.
Neuropsychologische diagnostiek en het behandelen van autisme en dubbele diagnose.
Zelfbeschadigend en suïcidaal gedrag, ook bij dubbele diagnose.
Onderzoek naar de effectiviteit van groepsschematherapie bij dubbele diagnose patiënten
Onderzoek naar traumasensitief werken binnen de klinische behandeling
Het scholingsteam CDP
Het CDP heeft een actief scholingsteam dat regelmatig training en scholing geeft over IDDT: geïntegreerde dubbele diagnosebehandeling. Dit bestaat uit gecombineerde aandacht voor (de interacties tussen) psychiatrische en verslavingsproblematiek vanuit één multidisciplinair team.
Daarnaast zijn behandelaren en onderzoekers van het CDP actief met het geven van voordrachten op nationale en internationale congressen of symposia. Het CDP heeft in 2019 een symposium georganiseerd waarin verschillende presentaties werden gegeven over onderzoek en (innovatieve) behandelingen op het CDP. Het CDP organiseert van 7-9 oktober 2021 een internationaal congres: International Conference on Dual Disorders.