Altrecht
Het Altrecht Academisch Angstcentrum (AAA) is gespecialiseerd in de diagnostiek en behandeling van patiënten met ernstige en complexe angst-, dwang en trauma-gerelateerde problematiek. Dit betreft (complexe) posttraumatische stressstoornis, obsessieve compulsieve stoornis, gegeneraliseerde angststoornis, paniekstoornis, agorafobie, sociale fobie, verzamelstoornis, morfodysfore stoornis, ziekteangststoornis (hypochondrie) en in uitzonderlijke gevallen specifieke fobieën.
Hoofd- en sublocatie
Nieuwe Houtenseweg 12
3524 SH Utrecht
Telefoon
Website
Het Altrecht Academisch Angstcentrum (AAA) is gespecialiseerd in de diagnostiek en behandeling van patiënten met ernstige en complexe angst-, dwang en trauma-gerelateerde problematiek. Dit betreft (complexe) posttraumatische stressstoornis, obsessieve compulsieve stoornis, gegeneraliseerde angststoornis, paniekstoornis, agorafobie, sociale fobie, verzamelstoornis, morfodysfore stoornis, ziekteangststoornis (hypochondrie) en in uitzonderlijke gevallen specifieke fobieën.
• Ernstige verslaving;
• Ernstige somatische/psychiatrische aandoening die de behandeling van angst-, dwang- en trauma-gerelateerde klachten in de weg staat of waarvoor klinische opname nodig is.
Bij het AAA wordt standaard uitgebreid diagnostisch onderzoek gedaan. Een intakegesprek wordt door twee behandelaren gedaan en hierbij wordt een gestructureerd diagnostisch interview afgenomen. Patiënten vullen daarnaast verschillende vragenlijsten in, zowel algemene vragenlijsten als stoornisspecifieke vragenlijsten.
De patiënt wordt ten behoeve van de intake uitgenodigd voor een tweetal afspraken die normaliter aansluitend zijn. De eerste afspraak duurt ongeveer 1,5 uur. Hierin worden onder andere de klachten, belangrijke levensgebeurtenissen, de familieanamnese, eerdere behandelingen en medicatie-gebruik in kaart gebracht. Vervolgens wordt een gestructureerd interview afgenomen. Daarna volgt een tweede intakegesprek met een GZ-psycholoog, klinisch psycholoog of psychiater. De verschillende algemene en stoornisspecifieke vragenlijsten vullen patiënten thuis in. Na afronding van de intake wordt een datum gepland voor een adviesgesprek. In het adviesgesprek wordt behandeling, verdere diagnostiek of doorverwijzing geadviseerd.
Bij het AAA wordt gebruik gemaakt van verschillende algemene en stoornisspecifieke vragenlijsten.
Algemene vragenlijsten: M.I.N.I. (Mini International Neuropsychiatric Interview), Beck Anxiety Inventory (BAI), Beck Depression Inventory (BDI-II), Brief Symptom Inventory (BSI) en de EuroQol 5D (EQ5D).
Stoornisspecifieke vragenlijsten:
- Obsessieve compulsieve stoornis: YBOCS (Yale Brown Obsessive Compulsive Scale)
- Paniekstoornis: ACQ (Agoraphobic Cognitions Questionnaire), BSQ (Body Sensation Quesionnaire), MI (Mobility Inventory);
- Posttraumatische stressstoornis: PCL-5 (PTSD checklist for the DSM-5) PSS-SR (Posttraumatic Stress Symptom Scale, Self Report), PTCI (Posttraumatic Cognitions Inventory);
- Sociale fobie: LSAS (Liebowitz Social Anxiety Scale), SPAI-18 (Social Phobia and Anxiety Inventory);
- Verzamelstoornis: SIR (Saving Inventory Revised), SCI (Saving Cognitions Inventory)Gegeneraliseerde angststoornis: PSWQ (Penny State Worry Questionnaire), WDQ (Worry Domains Questionnaire);
- Ziekteangststoornis: WI (Whiteley Index);
- Morfodysfore stoornis: BICI (Body Image Concern Inventory), BDD-YBOCS (Body Dysmorphic Disorder Yale Brown Obsessive Compulsive Scale).
Het Altrecht Academisch Angstcentrum heeft een ruim behandelaanbod, bestaande uit zowel individuele behandelingen als diverse intensieve groepsbehandelingen. Het behandelaanbod omvat onder andere: Cognitieve gedragstherapie (CGT), Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR), Imaginaire exposure (IE), Narratieve Exposuretherapie (NET), Imaginaire Rescripting, Flash 2.0 en farmacotherapie. De behandelingen kunnen op locatie of online worden gegeven.
Patiënten met een paniekstoornis
Een deel van de patiënten met een paniekstoornis profiteert onvoldoende van cognitieve gedragstherapie. Dit komt mogelijk doordat zij last hebben van nare beelden over gevreesde situaties in het verleden of de toekomst. Deze beelden zitten mogelijk in de weg bij het volledig aangaan van exposure oefeningen binnen cognitieve gedragstherapie. Dit is de eerste multi-center randomized controlled trial die onderzoekt of EMDR gericht op deze nare beelden vooraf aan exposure therapie de behandeleffectiviteit, therapietrouw en verdraagzaamheid vergroot bij patiënten met een paniekstoornis.
Doel van de behandeling is het verminderen van paniekklachten.
12 Wekelijkse sessies van 1,5 uur. Daarnaast wordt de patiënt gevraagd ook thuis dagelijkse exposure opdrachten uit te voeren en vragenlijsten in te vullen.
Patiënten met (complexe) PTSS.
EMDR is een bestaande en effectief bewezen interventie voor patiënten met (C)PTSS. Echter, de laatste jaren is een beweging in opkomst die EMDR probeert efficiënter te maken. Deze vorm van EMDR, EMDR 2.0 die reeds onderzocht is in een RCT, laat veelbelovende resultaten zien, zowel in niet-klinisch onderzoek als in de klinische praktijk. Een RCT bij patiënten ontbreekt echter. FLASH, een nieuwe mogelijke behandelvorm voor PTSS is iets meer onderzocht, maar ook daar ontbreekt een goede RCT van. Het is belangrijk, alvorens echt tot een indicatie en vaste inzet in de klinische praktijk te komen om deze therapiën op hun werking en efficiëntie te onderzoeken. FLASH is een therapie ontwikkeld door Phil Manfield, maar aangepast door prof dr. de Jongh en dr. Matthijssen. EMDR 2.0 is ontwikkeld door prof. dr. de Jongh en dr. Matthijssen. Nergens in Nederland is de FLASH onderdeel van behandeling en EMDR 2.0 als losse module is als zodanig ook nog nergens los getoetst.
Doel van de behandeling is het verminderen van PTSS-klachten.
De behandeling bestaat uit 6 sessies, en daarnaast twee nametingen.
De behandeling wordt afgesloten wanneer de vooraf afgesproken behandeldoelen zijn bereikt, of wanneer er geen passend hulpaanbod meer beschikbaar is.
66% van de patiënten wordt na een gemiddelde behandelduur van 8,5 maanden terug verwezen naar de huisarts; 22,6% wordt na een gemiddelde behandelduur van 10,3 maanden doorverwezen naar een andere specialistische ggz-afdeling voor behandeling van comorbide problematiek; 11,4% wordt na een gemiddelde behandelduur van 8,7 maanden doorverwezen naar de basis ggz.
Aan het einde van de behandeling wordt een terugvalpreventieplan opgesteld, daarnaast wordt bij sommige behandelingen standaard gebruik gemaakt van ‘booster sessies’ om de kans op terugval te verkleinen. Verder is er mogelijkheid om versneld terug in behandeling te komen en boostersessies te krijgen indien er kort na het afronden van de behandeling sprake is van een terugval.
Voor second opinions kan contact worden opgenomen met Altrecht Start, het centrale loket voor verwijzers. Altrecht Start is te bereiken via: 030 – 230 8555. Of via e-mail: altrechtstart@altrecht.nl.
Een second opinion wordt uitgevoerd door een expert op het gebied van de vraagstelling. Afhankelijk van de vraag wordt bekeken hoe de second opinion wordt vormgegeven.
Klinisch psycholoog/psychotherapeut en expert op het gebied van angst- en trauma-gerelateerde problematiek.
Psychiater, expert op het gebied van dwang-gerelateerde problematiek.
Het doel van de behandeling is het verminderen van klachten en daarmee het verbeteren van de kwaliteit van leven.
Individuele CGT behandelingen op dwang en angst worden elke drie maanden standaard geëvalueerd in de verschillende casuïstiekteams. Bij de evaluatie van individuele patiënten wordt op basis van de uitkomsten bijsturing aan de behandeling gegeven. Als in een individuele CGT behandeling onvoldoende vooruitgang wordt geboekt, wordt samen met de patiënt geanalyseerd waar dat mee te maken heeft, en wat er nodig is om een positief behandelresultaat te behalen. Een optie zou dan kunnen zijn om medicatie toe te voegen of mogelijkerwijs een bepaalde groep of intensieve behandeling. Ook beschikt Altrecht over de mogelijkheid om deeltijdbehandeling in te zetten.
Onderstaande meetinstrumenten worden ingezet voor het in kaart brengen van de effecten van behandeling:
● Brief symptom Inventory (BSI)
● Beck Anxiety Inventory (BAI)
● Beck Depression Inventory (BDI-II)
● Euroqol 5D (EQ5D)
Deze worden afgenomen bij intake en bij het afronden van de behandeling.
Daarnaast worden in het kader van diagnostiek, afhankelijk van de hoofddiagnose, stoornisspecifieke vragenlijsten uitgezet.
Stoornis lichaamsbeleving: | BICI, BDD-YBOCS |
GAS: | PSWQ, WDQ |
Hypochondrie: | WI |
OCD: | YBOCS, OCI-R |
Paniekstoornis: | ACQ, BSQ, MI |
PTSS: | PSS-SR, PTCI, PCL-5 |
Sociale fobie: | LSAS, SPAI-18 |
Verzameldwang: | SIR, SCI |
De frequentie is afhankelijk van het specifieke zorgaanbod
Behandeleffecten individuele CGT trajecten
Het gemiddelde behandeleffect gemeten met de BSI is over het totaal gezien 0.36 (SD=0.6) voor de AAA populatie (behandelingen die zijn afgerond tussen 2019 en 2020 en waarvan de zowel de voormeting als de nameting zijn ingevuld). De Cohen’s d over de volledige groep is 0.5. Dat is een gemiddelde effectsize.
Behandeleffecten intensieve groepen
Het gemiddelde behandeleffect in de IAT, gemeten met de PCL-5 en de BSI is over het totaal gezien respectievelijk 23.08 (D=20.9) en 0.72 (SD=0.9) voor de patiënten die in 2022 de IAT hebben gevolgd. De Cohen’s d bij de PCL-5 is 1.1. Dat is een grote effectsize en betreft het behandeleffect op PTSS klachten. De Cohen’s d bij de BSI is 0.8, ook dit is een grote effectsize, en laat algehele klachtenafname op meerdere levensgebieden zien.
Het gemiddelde behandeleffect in de KEI gemeten met de BSI voor de patiënten met Paniekstoornis en OCD is respectievelijk 0.41 (SD=0.6) en 0.43 (SD=0.3) voor de patiënten die in 2022 de KEI hebben gevolgd. Cohen’s d voor de patiënten met paniekstoornis is 0.7 en bij de patiënten met OCD 1.4. Dit zijn grote effectsizes. In totaal is het behandeleffect 0.42 (SD=0.46) met een Cohens d van 0.9, een grote effectsize. Dit laat zien dat de KEI voor zowel patiënten met OCD als voor patiënten met paniekstoornis een zeer effectief behandelprogramma is, dat resulteert in klachtenafname op verschillende levensgebieden.
Het AAA laat patiënt bij afsluiting een patiënttevredenheidsvragenlijst invullen. Uit deze lijsten (gemeten tussen 2021 en 2022) komt naar voren dat patiënten gemiddeld de behandeling met een 7.5 (SD 1,9) waarderen.
Trauma en angst-gerelateerde problematiek en werkingsmechanismen van EMDR en exposure therapie.
Dr. Aart de Leeuw, dwang-gerelateerde problematiek, a.de.leeuw@altrecht.nl
Dr. Suzy Matthijssen, angst en trauma-gerelateerde problematiek, s.matthijssen@altrecht.nl
Dr. Puck Duits, angstconditionering, p.duits@altrecht.nl
Dr. Mae Nuijs, m.nuijs@altrecht.nl
IMPROVE: Improving anxiety treatments by modulating emotional memories prior to in vivo exposure.
Verbeteren van de effectiviteit en verdraagzaamheid van angst behandelingen door het moduleren van emotionele herinneringen voorafgaand aan exposure in vivo.
ENHANCE: The effectiveness, efficiency, and acceptability of EMDR vs EMDR 2.0 vs the Flash technique in the treatment of PTSD.
Verbeteren effectiviteit en efficiëntie van behandelingen gericht op PTSS.
Medewerkers van het Altrecht Academisch Angstcentrum geven geregeld workshops en colleges over angst-, dwang-, en trauma-gerelateerde stoornissen op verschillende na,- en bijscholingscursussen evenals bij de Universiteit Utrecht. Daarnaast verzorgen medewerkers van het AAA specialistische lesdagen binnen de opleidingen tot klinisch psycholoog, psychotherapeut en GZ-psycholoog. Kennisoverdracht vindt daarnaast plaats middels presentaties op (internationale) congressen, webinars en podcasts.